Ik begreep al snel dat met de “Nederlandse mannen” in kwestie zogenaamde “autochtone” mannen werden bedoeld, en niet mannen in Nederland geboren uit, zeg, Marokkaanse, Italiaanse, of Surinaamse ouders.
HOLANDESES HOLANDESES
Dat is niet in alle gevallen duidelijk, en men kan immers, om dat rare woord maar weer eens te gebruiken: “vernederlandst” zijn. Bij nader lezen betrof het echter, zoals het in het Spaans wel (via “herhaling ter nadruk”) wordt gezegd, “holandeses holandeses”, niet alleen geboren maar ook etnische Nederlanders dus.
Ikzelf ben geboren in Nederland, maar ben geen “etnische Nederlander”, of “holandés holandés”, hoe je het ook noemen wilt: mijn vader is Italiaans, mijn moeder Spaanse. Ik werd in het begin ook vooral Spaanstalig opgevoed, en kreeg dus thuis verschillende culturen mee: van elkaar (hoewel met een “Latijnse” overeenkomst), en van de Nederlandse buitenwereld.
Ik praatte uiteraard met vrouwen van mijn familie, en mijn moeder had veel Spaanstalige vriendinnen (Latijns-Amerikaanse en Spaanse, daarnaast ook wel Italiaanse) waarvan een flink deel met Nederlanders samenwoonden of waren gehuwd. Soms waren gesprekken open, dus die verhalen over cultuurverschillen hoorde ik al in mijn jeugd.
GLOBAAL
Dit boek door Perrier sluit daarop aan, kun je zeggen, maar vond ik daardoor ook interessant. Het verbreedde het perspectief ook voor mij. Tussen de vrouwen met Nederlandse mannen/echtgenoten die Perrier interviewde zaten een Spaanse, een Colombiaanse, een Mexicaanse, een Argentijnse, en een Italiaanse – zoals in mijn moeder’s vriendenkring destijds. Herkenbaar dus.
Er waren echter ook vrouwen bij uit Malawi/Engeland, België, Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Frankrijk, en Zwitserland,uit Oost-Europa: een Kroatische, Russische, en Poolse, en meer zuidelijk een Portugese en Griekse. Daarnaast echter ook vrouwen uit Israël, Turkije, en Irak, en nog verder weg, China, Japan, Zuid-Afrika, VS, en Suriname.
Een beetje geconcentreerd op Europa, maar verder een bont, globaal geheel, en het vereist goed schrijverschap om daar iets leesbaars van te maken. Daar slaagt Sophie Perrier zonder meer goed in. Ze haalt goed de algemene lijnen eruit, resulterend in gebalanceerde, redelijke conclusies over de meningen wat betreft cultuurverschillen in man-vrouw verhoudingen. Wat anekdotisch is de opzet wel, maar daar hoeft niets mis mee te zijn. De vrouwen vergelijken hun Nederlandse partners vaak simpelweg met de mannen (“ex-en” ) in hun eigen land – uit hun eigen volk - waar ze eerder intieme relaties mee hadden.
Dit levert allemaal misverstanden op, die Perrier met veel humor opschrijft, maar ook met kennis van de Nederlandse cultuur.
Die “quasi-herkenning” – ook door wat ikzelf al eerder hoorde – maakt het voor mij ook leuk om te lezen, naast de relativerende, “droge” humor van Perrier.
Het was dus zowel prettig leesbaar en informatief gebracht, maar genoeg over de vorm. Het gaat om de inhoud. Wat “herken” ik dan wel over cultuurverschillen? Wat zou kunnen kloppen? Is dat niet te simplistisch of generaliserend, op basis van wat ik weet?
Ik had veel “lachmomenten” in het boek, en door humor leer je vaak toch ook diepere waarheden.
EMANCIPATIE EN CALVINISME
Perrier ziet veel trekken van Nederlandse mannen als het gevolg van zijn relatieve geëmancipeerdheid en sterke geloof in vrouwengelijkwaardigheid, vanwege invloedrijke democratische moderniseringsgolven in Nederland sinds de 1960s. De “usual suspects”: de meer macho Arabieren, Turken, of “Latijnse” mannen, blijven daarbij ook in dit boek achter, maar buiten Scandinavië ook veel andere omliggende landen. Duitse mannen zijn ook trotser en meer macho dan Nederlanders, concludeert de geïnterviewde Duitse vrouw, en de Engelse wees erop dat Britse mannen haast “Italiaans veel” flirten met vreemde vrouwen, in ieder geval meer dan Nederlandse mannen. Zelfs Noorse en Zweedse mannen flirtten meer in het openbaar, stelden Scandinavische vrouwen in Nederland enigszins verbaasd vast.
Andere trekken – en dat vind ik wel grappig – relateert Perrier aan de Calvinistische traditie in Nederland. Dat vind ik grappig, omdat dat weleens onderschat wordt. Het historisch zo sterk aanwezige Protestantisme – specifiek het “sobere” en “strenge” Calvinisme – in Nederland, heeft onmiskenbaar de cultuur beïnvloedt.
Die Calvinistische invloed is vaak onuitgesproken sterk aanwezig in terugkerende waardensystemen, gedrags- en cultuurvormen in Nederland, maar wordt weleens vergeten of onderschat. Iemand van buiten, zoals de Française Perrier, ziet dat wellicht wat helderder, dan als je niets anders kent. Ik ken ook wat anders, maar ben wel in Nederland geboren, dus vergeet weleens hoe Calvinistisch de Nederlandse cultuur in wezen nog is.
Een voorbeeld van een Protestantse/Calvinistische trek? Het grote belang van “taal” in het oplossen van problemen: door er lang over te praten iets oplossen: dat is geen vanzelfsprekendheid in “wispelturiger” andere culturen. De Nederlands/calvinistische focus is er een op ratio, discipline, beheerst en nuchter blijven. Verder: niet teveel emoties en gevoel volgen, kalm praten, verantwoordelijk met tijd en geld omgaan, naast het alles “democratisch” en open bespreken..
Dit alles komen de vrouwen als opvallende verschillen tegen met de mannen die ze eerder hebben gehad uit hun eigen cultuur: deze laatsten waren veelal temperamentvoller en gepassioneerder, of “spannender” dan de Nederlandse mannen, maar ook vaak jaloerser, onverantwoordelijker, en ontrouwer. Het beheerste heeft dus voor- en nadelen.
Dat alles “open en democratisch” bespreken met ook je partner van de Nederlandse man, lijkt niet zozeer uit het Calvinisme te komen (met immers ook een vaste rol voor vrouwen in het huishouden), maar eerder een mooie erfenis van de democratiserende “flower power” en “hippie” tijd, de 1960s en 1970s die in Noord Europa meer invloed had dan in Zuid-Europa. Deel daarvan waren de gemengde “sociale academie” praatgroepen over samenleven, en de vrijere ontwikkeling van vrouwenemancipatie.
Dat alles levert interessante verschillen op, die derhalve representatief zijn voor de bredere cultuur.
FLIRTEN
Volgens Perrier en de Franse geïnterviewde in dit boek neigen Franse mannen net als Italianen meer naar romantiek, passie, maar ook impulsiviteit, en ontrouw, vergeleken met Nederlanders. Flirten op het werk is in Nederland niet erg gangbaar, maar juist de norm in Frankrijk, net als in bijvoorbeeld Italië en Spanje, evenals vaak op straat.
De vrouwen in dit boek, zoals de Franse en “Latijnse”, vielen dan ook op dat flirten – of je nu in een vaste relatie bent of niet - in het openbaar minder sterk is in Nederland, wat ze op het werk of in de winkel meestal wel prettig en rustig vonden. Waar je in Portugal elke dag wel, zoals de Portugese vrouw zich herinnerde, op straat wat mannen had die je aanspraken/lastig vielen met “complimenten”- waar dan ook, single of niet -, was dat in Nederland minder.
Echter op andere, “gepaste” plekken weer té weinig, vonden sommige vrouwen grappig genoeg. Als in een “sociale” bar of een studentenruimte, een daar zittende Nederlandse man zelfs geen oogcontact gunde aan nabij zittende jonge vrouwen, en gewoon geconcentreerd een krant las, werd dat als ongeïnteresseerd en “koud” gezien. Sommige van deze buitenlandse vrouwen – gewend aan aandacht - begonnen daardoor zelfs aan hun uiterlijk te twijfelen. Een ongemakkelijk, maar interessant cultuurverschil. Ook vanuit psychologisch opzicht interessant.
GESTRUCTUREERD
Grappig waren ook andere beschreven verschillen, meer uit binnen de relaties zelf. Het belang van de “agenda” voor de gestructureerde, rationale Nederlandse man lijkt een cliché, die ik ook elders vernam. Het is min of meer het tegenovergestelde van de onberekenbare “passie” die met name zuidelijkere vrouwen missen met Nederlandse mannen.
Zelfs bij het verleidingsspel en heviger verliefd worden op elkaar, aan het prille begin van de relatie. Zo vertelt een vrouw, een Griekse, dat als een Griekse man iets voor een vrouw voelt, hij haar dan ook zo snel mogelijk (vandaag of morgen) wil ontmoeten voor een date. Een vrouw vertelde dat een keer een Nederlandse man die haar blijkbaar ook leuk vond, wel een intiemere date wilde met haar, maar eerst zijn agenda moest checken. Over twee weken had hij ergens tijd, zei hij hierna plechtig..
Ik had hier weer een lachmoment. Ergens had het echter ook iets naars. Mogelijk maakte de liefde van de vrouw haar blind – of hadden ze wie weet al echt tedere, hoopvolle momenten samen gehad – maar zoiets komt mij voor als onwil, een (verhulde) afwijzing. Of als een “diss” in hip-hop taal. Geen passie genoeg om het niet twee weken uit te stellen? Of is hij gewoon voorzichtig? Ik zou ook denken dat hij ook iets met een andere vrouw had, daarnaast, eerlijk gezegd.
TROUW
Dat zou volgens anderen weer teveel wantrouwen zijn, want elders in het boek prijzen de buitenlandse vrouwen hoe relatief trouw aan hun partner Nederlandse mannen zijn: ze gaan minder vreemd.
Het komt voor, met name een kort slippertje met een collega, maar verder veel minder dan onder Zuid-Europeze, Latijnse, of zelfs Engelse mannen, menen de meeste vrouwen. Een Surinaamse vrouw zei dat een Surinaamse man vrijwel nooit trouw is in een relatie, en hetzelfde geldt voor Zuid-Europeze, Zuid-Amerikaanse, en Arabische mannen. Veel vrouwen gaan er in die culturen vanuit dat een man ergens anders ook een vrouw heeft, maar vermijden dat hele thema: als ze het samen maar leuk hebben. Hetzelfde geldt voor een eventueel “tweede man” voor een vrouw, in veel zuidelijke landen toch ook gangbaar.
Zulke complexe “dubbellevens” met maitresses, van o.m. veel Latino mannen (inclusief Fransen) vermijden nuchtere, rationale Nederlanders liever, stelt Perrier. Ze blijven echt trouw, of ze kappen het slippertje met iemand op hun werk resoluut af, of biechten deze zelfs op aan hun vrouw. Wat dat betreft lijken ze dus inderdaad trouwer en eerlijker.
“Elk voordeel heeft zijn nadeel” zei de “vercatalaanste” Nederlandse man Johan Cruyff ooit. Nederlandse mannen deden minder macho of stoer dan mannen uit hun land, vonden de meesten van de vrouwen, waren vaker wat bescheidener, en durfden zich ook zwak te tonen, wat sommige vrouwen prettiger vonden. Ze vergeleken dit met de drang naar stoerdoenerij en machismo bij de “usual suspects” (“Latijnse” en Arabische mannen), maar ook bij Duitse en Zwitserse mannen.
Nederlandse mannen hebben meer geleerd – met name sinds de eerdergenoemde “flower power” praatgroepen (“feminiserend” noemde auteur Stephan Sanders deze) - om vrouwen als gelijkwaardig te behandelen, als medemens. Echter: extra galant en respectvol, of beschermend, voor hun vrouwen zijn ze dan ook niet meer, klaagden sommige vrouwen. Geen extra complimentjes, geen attent de deur open houden, geen afscherming van druk verkeer o.a. Zelfs haar begeleiden in “gevaarlijke buurten” tot ze thuis was, vonden sommige (niet alle) Nederlandse mannen te ver gaan.
TEMPERAMENT
Het gebrek aan temperament bij de Nederlandse man wordt betreurd maar ook geprezen: Nederlandse mannen blijven rustig praten, behouden de kalmte en ratio en controleren daardoor beter de situatie, waar zuiderlingen van het ene uiterste in het andere vallen, en met name door ongemakken drukker worden of hun stem verheffen (en daarmee meestal niets bereiken).
Dit, gecombineerd met het rationeel-nuchtere, en “directe” (onverbloemd, calvinistische) van Nederlandse mannen, kan echter ook verkeerd vallen. Op een rustige, rationele manier kunnen Nederlandse mannen het meest harde of ongevoelige zeggen, alleen omdat hij het waar vindt (voorbeelden: je bent te klein, te dun of dik geworden, te druk, of te onhandig), waardoor het killer overkomt. Een Italiaanse merkte op dat Italiaanse mannen ook wel vileine, valse dingen kunnen zeggen tegen hun vrouw, maar dan als ze tijdens een felle, geagiteerde ruzie al in een woedeaanval zitten. Dat herken ik wel: hetzelfde geldt min of meer voor Spanjaarden (en ook voor Italiaanse en Spaanse vrouwen, trouwens), denk ik.
ROMANTIEK
Romantiek lijkt evenmin het sterke punt van de nuchtere Nederlandse mannen, volgens de vrouwen, samenhangend met het mindere belang van passie. Zuidelijke mannen stuurden als ze verliefd waren gedichten in het holst van de nacht aan hun geliefden, deden erg hun best, en kochten opvallend dure cadeau’s om indruk op haar te maken, zelfs met een gebrekkig inkomen. Dat gold bijvoorbeeld ook voor Arabische en Turkse mannen, zoals de ex-en van een geïnterviewde Irakese in het boek (die ook een tijd in Libanon woonde), en van een Turkse.
Met het risico het cliché van de Nederlandse zuinigheid te bevestigen, was het zo dat Nederlanders zelden dure cadeau’s kochten voor hun partners, maar ook daarbuiten wat minder te buiten gingen aan extravagante “extra” uitingen van liefde, zelfs als gratis.
Geestig ook hoe een Mexicaanse vrouw het verwoordde.. “Hij (mijn Nederlandse man) is beslist attent en toegewijd: mijn man brengt me zonder bezwaar om 5 uur ‘s-ochtend’s naar het vliegveld. Dat is zijn manier om te zeggen “ik hou van je””. Natuurlijk toon je liefde vooral met acties, maar ik vond vooral het “zijn manier” in deze laatste zin veelzeggend..
Maar zijn ze minder of eerder “anders” romantisch? Een lachmoment had ik ook toen de Franse auteur zei dat ze erachter was, wat voor Nederlandse mannen het summum van romantiek is, bevestigd door de meeste geïnterviewde vrouwen: kaarsen. Als hij kaarsen gaat aansteken, vaak met stemmige muziek, dan heeft een Nederlander romantiek in de zin..
Niet grootse, meeslepende gebaren, maar meer dagelijkse details dus, zoals ook zijn zorgen over haar welzijn (genoeg eten bij je?, voel je je prettig?) blijken voorts meer de manier van de Nederlandse man om zijn liefde of verliefdheid te uiten. Zeker niet onsympathiek, maar meerdere vrouwen misten toch wat meer hartstocht en passie. Wat meer “vuur”.
FYSIEK
Een goede brug naar het “fysieke”: onder meer de seksualiteit. Een ander aspect van het fysieke – het uiterlijk van de Nederlandse man – wordt ook wel besproken, maar summierder. Lang, blond en atletisch gebouwd vinden veel vrouwen aantrekkelijk, soms zelfs aantrekkelijker dan harige, meer gedrongen mannen in bijv. Zuid-Europa of Israël, die korter zijn, en bovendien na een bepaalde leeftijd een “buikje” krijgen, vanwege het verankerde lange tafelen in het Mediterraanse gebied.
Niet alle vrouwen vallen bovendien op lange mannen, weet ik: mijn Spaanse moeder vertelde dat ze geen mannen op etnische gronden uitsloot, maar toen ze als twintiger rond 1966 pas in Nederland was (regio Haarlem), en nogal lange Nederlandse mannen wat met haar wilden, vond ze dit juist onaantrekkelijk, en eigenlijk ook absurd en ongepast: een man waarbij ze tot net bij zijn bortskas kwam.. Mijn vader (iets langer dan haar, maar slechts een halve kop) vond ze beter passen, haha.
De vrouwen in dit boek zijn wat wisselend, ligt aan wat je type is (blond of niet), schat ik zo in, maar de meesten zien veel mooie Nederlandse mannen die er ook gezond uitzien. “Elegantie van het hoge noorden”, noemde een Israelische vrouw het zelfs lyrisch. Zij had het over fysieke verschijning. Minder “elegant” wordt de te vaak te informele kleding van Nederlanders gevonden, zelfs in hoge posities, hoewel sommige van de vrouwen die mindere neiging tot “formele kleding”, juist als vrij en onconventioneel waardeerden.
Een van de goede dingen – ik bedoel dit “goede” zonder ironie – van die gemengde “feminiserende” praatgroepen in de democratiserende flower power-tijd, en onderwijs en voorlichting erna, is dat Nederlandse mannen vrouwen als gelijkwaardig gingen zien, en er een taboe kwam op al te zeer aandringen of seks eisen, vaak immers ook een gevolg van een verwachte onderdanigheid. Dat is een mooi iets. Het kan de seks ook mooier maken, denk ik: er lopen nog opvallend veel volwassen mannen rond in deze wereld die niet weten dat een vrouw meer erogene zone’s heeft dan een man. Nog minder zijn er in geïnteresseerd.
Het kan ook doorslaan, leken de vrouwen in dit boek toch te zeggen, zoals de Portugese die vertelde al weken, meerdere dagen per week, met een Nederlandse man te daten, die maar geen toenaderingspoging deed. Ze werd van zoveel aarzeling directer en zei: ik kom naar jouw huis. Het werd wat intiemer sindsdien, maar hij schrok in eerste instantie, vertelde ze.
Naast deze voorzichtige, over-respectvolle geëmancipeerde Nederlandse mannen, zeiden sommige vrouwen – zoals een Mexicaanse – dat er ook juist heel gehaaste en directe Nederlandse mannen zijn, die direct willen zoenen, zonder spel of sensualiteit, en zelfs direct zeggen dat ze seks willen. Dat vonden ze ook weer lelijk en kleurloos.
In andere culturen gaan dingen indirecter, omfloerster, en speelser, met name ook de mogelijke kans op seksualiteit. Of het beter is weet ik niet, maar het vrouwelijke “net doen of ze niet willen” is gangbaarder in andere delen van Europa, soms ook om uit te testen of de man wel echt wil, zoals een Kroatische het uitlegde.
Een Chinese vertelde dat ook bij het daten, en eventuele seks, lang veel onzeker blijft: ja of nee?. Ze vond dat juist plezierig, en noemde die onzekerheid zelfs “zoet”.
SEKS
Over de seks zelf zijn de vrouwen eerder positief dan “onverbiddelijk” zoals in de ondertitel van dit boek staat. Nederlandse mannen willen vaak een vrouw niet dwingen, en proberen zacht, zorgzaam en gelijkwaardig in bed te zijn: zij mag genieten. Ze geven aandacht aan het voorspel en blijven communiceren. Dat is ook positief, en zeker moreel, maar meerdere vrouwen klagen nog wel over het te “ingehouden” zijn, en de rationele, vaak prozaïsche benadering van seks als gewoon en gezond in het moderne Nederland. Te routinematig en gedemystificeerd. Meerdere vrouwen, inclusief Britse en Scandinavische vrouwen, vonden mannen uit hun landen wat experimenteler in bed, mogelijk omdat Nederland inmiddels minder “taboes” heeft te doorbreken. Dat vinden Nederlandse mannen dus niet meer zo “spannend grensverleggend”.
Dat haalt blijkbaar veel romantiek, magie, en gevoel weg, en maakt de seks wel heel “lichamelijk” en plastisch met deze Nederlandse mannen. Met mannen uit hun eigen landen vonden vrouwen de seks vaak “vuriger”, hoewel nogal “male-centered”, wijzend op minder geëmancipeerde mannen in andere culturen. Een Spaanse homo vertelde lyrisch dat Spaanse mensen relatief meer “hart” en passie in de seks leggen, waardoor je mooier samensmelt met je partner. Een Italiaanse ervoer echter dat zulke grotere passie bij Italiaanse mannen, uiteindelijk wel vaak omslaat in macho egoïsme: het gaat toch vooral om hem.
Dit laatste was ook zo in landen waar vrouwen nog als gebruiksvoorwerpen/gedienstig aan de man en diens gerief werden gezien, zoals bij veel – weer zo vooroordeelbevestigend - Arabische en Turkse mannen, maar ook Kroatische en Russische mannen prefereren onderdanige vrouwen, en ook Duitse en Oostenrijkse mannen zijn in bed baziger en minder democratisch dan Nederlandse mannen, zo blijkt uit dit boek. Dat is een plus voor Nederlandse mannen, alleen benaderen Nederlanders seks volgens diezelfde vrouwen wel weer met te weinig gevoel en passie.
Grappig genoeg gaven sommige van de vrouwen toe het juist een leuke uitdaging om toch dat gevoel in die ingehouden Nederlandse man tijdens de seks naar boven te halen, hem passievoller te maken.
STEL
In een ander hoofdstukje behandelt Perrier of Nederlandse mannen jaloers zijn in relaties, toch wat aansluitend het “macho” hoofdstuk. Nederlandse mannen blijken relatief minder jaloers, zo bleek voorspelbaar. In een ander verwant hoofdstukje wordt het stel zelf besproken: doen ze alles samen, of houden ze hun eigen, onafhankelijke leven? Nederlanders laten hun vrouwen relatief vrij, maar willen zelf ook vrij blijven. Niet alles hoeft met haar, en daar schrokken vrouwen van, die het idee van “onszelf samen door het moeilijke leven slaan” juist zo romantisch en liefdevol vonden. “Liefde is samen blut zijn”, rapte de Nederlandse rapper Extince ook ooit mooi.
De romantiek van: “We hebben weinig, maar wel elkaar”, klinkt mooi, maar veel Nederlanders hebben inmiddels genoeg of zelfs veel. Naast de relatieve welvaart kan een sterkere individualisering een rol spelen, denk ik, waardoor dit type romantiek hier wat schaarser is.
Ik kan ook het ergste denken, namelijk dat de Nederlandse man alleen echt “samen strijdt” en “diep gaat” met vrouwen van zijn eigen volk, maar laat ik er vanuit gaan dat hij echt verliefd werd en via de relatie met de buitenlandse ook de crypto-racistische reserves (die er bij veel volkeren zijn) verdwenen. Deze gemengde paren zijn immers al over grenzen gegaan.
VADERSCHAP
Ook – wat korter – wordt er in het ook aandacht geschonken aan wat voor vaders Nederlandse mannen bleken. Sommige van de geïnterviewde vrouwen waren immers al jaren getrouwd met een Nederlander, en hadden kinderen met ze gekregen. Voorspelbaar: de Nederlandse vader is meer van het overleggen met het kind, en het “vrienden willen zijn” met de kinderen, wat in niet alle culturen begrepen wordt. In Zuid-Amerika – zo stelden sommige vrouwen – is een ouder niet een “vriend”, maar een disciplinerende of grenzenstellende factor, en iets soortgelijk (en afstandelijke, wat autoritaire vaderfiguur) is er in andere culturen. Tot niet zo lang geleden ook nog in Zuid-Europa.
Wederom, een onbegrepen, maar niet onsympathieke, democratische trek van geëmancipeerde Nederlandse mannen.
REFLECTIE
Ik betrapte mijzelf erop om mijzelf te vergelijken met de besproken Nederlandse mannen. Mogelijk ben ik “vernederlandster” dan ik wil geloven, ondanks mijn Italiaans-Spaanse achtergrond en wortels. Ik leerde veel van mijn ouders en heb fantastische vakanties in Italië en Spanje gehad, met familie, maar ben toch geboren en opgegroeid in Nederland.
Cultureel en psychologisch interessant, maar ik ben er nog niet uit. In vrouwenemancipatie geloof ik meer dan de generatie van mijn vader, en ben wat dat betreft progressief en internationaal. Overigens uit persoonlijk principe, omdat ik oprecht meen dat de wereld niet vrij kan zijn, als vrouwen dat niet ook zijn. Dat principe is bij mij zelfs sterker dan persoonlijk slechte ervaringen met individuele vrouwen (harde of voorbarige afwijzingen, gekwetste gevoelens.. “I’ve been there”..).
Dat geëmancipeerde deel ik dus wel met progressieve Nederlandse mannen. Ik heb daarentegen geen Calvinistische inborst, en neig eerder naar speelsheid en het flamboyante van de Latino’s. Dat is soms een moeilijke balans, maar ik ben nu eenmaal ook een vrijdenkende kunstenaar.
Een Nederlandse vrouwelijke collega, met wie ik goed kon praten en me beter leerde kennen, zei ooit grappend over mij (met anderen erbij) dat ik weliswaar Italiaans-Spaans was, maar niet heel erg “macho”.. “een klein beetje maar”, voegde ze eraan toe. Ik nam het maar op als compliment.. Een beetje is genoeg.
Dit alles kwam door mijn achtergrond, maar mogelijk ook beïnvloedt door intieme relaties die ik zelf heb gehad. Mijn ouders gaven mij immers nooit seksuele voorlichting (zal een cultureel ding zijn), pas na mijn puberjaren praatte ik met mijn ouders, of broers (of neven) over dat soort dingen, en ook maar deels.
Ik heb intieme relaties met vrouwen uit verschillende culturen gehad, dus snap dat de vrouwen het leuk vinden om erover te praten, zoals in dit boek. Ik val op geëmancipeerde vrouwen, dus vrouwen bleven zichzelf bij mij, wat ik leuk en leerzaam vond. Zwarte Caraïbische vrouwen bleven zich “zwart” (inclusief bijv. kritiek op arrogante blanken) gedragen met mij, wat wij ook samen deden, en hetzelfde geldt voor Afrikaanse, Antilliaanse, Surinaamse, Italiaanse, Spaanse, Arabische, en Nederlandse (zelfs Friese) vrouwen, waar ik ooit iets mee had. Ik had zelden relaties waarin we elkaar probeerden te “veranderen”.. Ik merkte ook veel verschillen, zoals in de passie, en de omgang met seks.
Ik kon al die verschillen eigenlijk wel waarderen, om dezelfde reden dat ik van cultuur en van sterke persoonlijkheden houd. Als wij twee maar een goede relatie hadden, en elkaar begrepen. Het hielp mijn leven leuker en spannender te maken.
Dat soort intieme relaties zijn immers ook meestal leuk en spannend. Een thema als dit moet ook absoluut niet te zwaar gemaakt worden. Er zijn al genoeg zware dingen in de wereld..
Cultuur is leuk, dus cultuurverschil (uiteindelijk) ook. De ruimte krijgen dat te verkennen met andere mensen is vrijheid. Daardoor je te laten beïnvloeden ook, en overnemen wat je aanspreekt, achterlaten (ook uit je eigen erfenis) wat je niet aanspreekt. Zo probeer je de mooie dingen van elke cultuur te behouden, om je leven te verrijken. Zo komen culturen tot elkaar..
CONCLUSIE
Dit boek is lezenswaardig en vermakelijk. Ook wel leerzaam, maar ook herkenbaar, en met leuke humor. Sophie Perrier kan zeker schrijven en leuke citaten selecteren.
Een van mijn onderzoeksvragen was of het te generaliserend was. Dat is denk ik onvermijdelijk vanwege de anekdotische opzet. De geïnterviewde vrouwen noemden voorbeelden uit hun verleden, en noemden begrijpelijkerwijs terugkerende dingen uit hun ervaring. Ongetwijfeld zijn er ook niet-ingehouden Nederlandse mannen met gevoel voor romantiek, zoals er inmiddels ook wel Arabische, Italiaanse, of Kroatische mannen zijn die vrouwen wel als gelijkwaardig willen behandelen in bed. Ook zal niet elke Spanjaard zo “vurig” in bed zijn, als hun algemene imago, om nog maar wat te noemen, of zal niet elke Fransman zoveel aandacht geven aan zoveel mogelijk flirten en maitresses zoeken.
Hoe “onverbiddelijk” was dit oordeel van buitenlandse vrouwen over Nederlandse mannen, zoals de ondertitel luidt?
Dat valt al met al best mee, maar niet zonder kritiek op de - nogmaals: algemeen gesteld - nuchtere, beheerste, verstandelijke, passieloze benadering van relaties door de Nederlandse man. De pluspunten hiervan (serieus, gedisciplineerd wanneer nodig) worden echter ook veelvuldig genoemd, dus het beeld is genuanceerd.
Dat sommige vrouwen het in dit boek als een uitdaging zien de “koude” Nederlander wat warmer, gepassioneerder te maken, is ergens ook wel schattig. Het zou zelfs bijna ontroerend mooi zijn als zij dat als beloning ziet voor zijn geëmancipeerde consideratie/respect voor haar wensen.. That’s love, baby..
Die historisch onstane cultuurverschillen per land heb ik altijd al een interessant thema gevonden: mogelijk omdat ik geboren ben uit ouders uit twee verschillende landen, in weer een ander land. Ik hoorde daar opgroeiend ook veel over. Zo zei mijn moeder ooit stellig: “Italianen zijn jaloerser dan wij Spanjaarden, vaak over onzin”.. Ik moest daar toch over nadenken: was dat op mijn vader gebaseerd of (ook) op andere Italianen die zij heeft gekend? Ik ken namelijk ook veel Nederlanders die “jaloers zijn over onzin”, in de vorm van “misgunnen”.
Dit alles toont, in ieder geval, in dit dystopische “corona” tijdsgewricht – met politiek opgelegde lockdowns en isolatie – hoe mooi het is als je vrij je medemens kunt “verkennen”, zonder restricties. Je gewoon vrij kunt bewegen in openbare ruimten, mensen spontaan leren kennen, verliefd kunt worden, langzaam steeds nader tot elkaar komt, al flirtend. In vrijheid en in gelijkheid. Elkaar – en daarmee andere culturen – open leren kennen, desgewenst ook intiem.
Vrijheid is hierbij nodig, maar nu dus verstoord door het coronabeleid. Ik zei in Maart 2020 al overtuigd, en dat herhaal ik stellig: “lockdowns zijn iets van dictaturen”. Veel van het ermee samenhangende beleid, was even vernederend of erg, en nog erger: van vrijheidsbeneming tot vaccinatie-/injectiedrang,en nu apartheid tegen en discriminatie van gestigmatiseerde ongevaccineerden.
Ik ben het niet eens met dit draconische/totalitaire beleid aangaande een immers toch relatief mild griepvirus, dat moge duidelijk zijn. Een leuk thema om het lang over te hebben vind ik het echter ook niet.
Dit prettig geschreven boek (uit 2001) met interviews door Sophie Perrier, geeft inzicht in een veel leukere wereld, waar je vrolijker van wordt, zelfs met wat ongemakken. Tegelijkertijd maakt dat mij wat nostalgisch: ze herinneren mij aan vrijere tijden, toen je nog spontaan mensen kon ontmoeten, jezelf daarmee ook leerde kennen in relatie tot anderen. Ubuntu, of “mens door andere mensen”, zoals ze in Bantoe-gebieden in Afrika zeggen.
De spanning van mogelijk verliefd worden, een speelse flirt, of zelfs alleen maar grappige of boeiende gesprekken met mensen die je mogelijk zelfs net ontmoet had. Met andere woorden: het echte leven. Het natuurlijke menselijke leven.
Dat kon ooit zonder al die verdachtmaking en angstpropaganda onzin rond afstand, besmettingsrisico etc., die nu teveel in onze hoofden zitten, sinds dat coronabeleid.
Mensen zijn potentiële liefdes-, vriendschaps-, of zelfs inspiratiebronnen – of juist niet, maar daar leer je weer van -, maar in ieder geval veel en veel meer dan potentiële “ziektebronnen” die nu van ons gemaakt worden..
Dit boek toont dat mede aan. Al met al een aanrader. Goed leesbaar, en vol met leerzame, geestige anekdotes.
‘De Mannen van Nederland : het onverbiddelijke oordeel van buitenlandse vrouwen’ . – Sophie Perrier (Uitgeverij Plataan, 2001). 120 pag..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten