zaterdag 1 december 2012

Zwarte Piet

Je zou kunnen zeggen dat de discussie elke keer weer oplaait, maar dan heb je het wel over een bepaald perspectief. Vanuit het perspectief van blanke Nederlanders laait die discussie “weer elke keer” op. Negatiever: “dat gezeur weer” of “herhaling van zetten”. Ik heb het over de Zwarte Piet-discussie. Zwarte Nederlanders, van Surinaamse en andere afkomst, blijven bezwaar maken tegen de rol van Zwarte Piet als knecht van Sinterklaas bij het grote, jaarlijkse kinderfeest van 5 december. De stereotiepe, koloniale rol en even stereotiepe nabootsing van zwarte mensen lijken mij echter moeilijk te relativeren.

In zijn column in de Vrij Nederland van de week van 17 november 2012 relativeert (de zelf gekleurde) Stephan Sanders het op de enig mogelijke zinnige manier: namelijk historisch. Hij wijst op een historisch verloop. De Surinaamse accenten, kroeshaar, en andere verwijzingen naar reëel bestaande zwarte mensen waren niet deel van het oorspronkelijke feest maar ontstonden alzo sinds de jaren 70 en 80 (van de 20e eeuw). Oorspronkelijk werd een vage verwijzing naar verre, exotische “Moren” uitgebeeld, enigszins in verband staand met Spanje waar Sinterklaas vandaan zou komen (hoewel eigenlijk Turkije).

MOREN?

Moren waren vooral Noord-Afrikanen, dus, dacht men, zwarte, exotische mensen. Nog steeds waren deze mensen “knechten” van de blanke Sinterklaas, dus een deel van de stereotiepe, koloniale rol was er toen dus ook al: ook zonder nagebootst Surinaams accent. Los daarvan neemt de mythe het hier over van de feitelijke historische realiteit.

De Moren, Moslims die eeuwen lang grote delen van het huidige Spanje overheersten, waren ietwat gevarieerder dan sommigen vermoeden. Hoe mooi de gedachte ook is dat zwarte Afrikanen Middeleeuwse Europeanen beschaving leerden in dit inderdaad relatief ontwikkelde rijk, klopt het helaas maar ten dele. Althans volgens de meeste historische bronnen. Er was een hierarchie: bovenaan in het Moorse Rijk stonden de Arabieren, daaronder – in een middenpositie – bevond zich een grote groep Noord-Afrikanen, veelal Berbers, soms gemengd met Arabieren of zwarte Afrikanen en later “autochtone” Spanjaarden. Daaronder waren er de slaven, die helaas vaak zwarte Afrikanen waren. Helaas gold ook in Moors Spanje, net als in het latere Europese kolonialisme: hoe blanker hoe machtiger en hoger.

Daarbuiten was er een repressieve tolerantie voor andersgelovigen, maar nog steeds “Abrahamistisch” of “van het boek”. Joden (Spanje kende toen naar Europese begrippen relatief veel Joden) en Christenen. Flink wat van deze Christenen (autochtone Spanjaarden) bekeerden zich in de loop der tijd tot de Islam.

Er was wel aardig wat flexibiliteit binnen deze hierarchie. Het was niet onmogelijk voor een Berber, of een (deels) zwarte Afrikaan om hoger in de hierarchie te komen binnen rijken of deelrijken. Daar zijn meerdere voorbeelden van. Hetzelfde gold voor Spanjaarden en Joden. Er waren soms zelfs incidenteel invloedrijke Joden en Christenen die niet bekeerd waren. Het kwam voor dat geboren (Christelijke) Galiciërs, Noord-Castilianen, of Basken Islamitisch werden en leiding kregen over Moorse deelrijken in Zuid-Spanje met een gemengde bevolking. De tolerantie voor Joden in Moors Spanje is weleens overdreven en wisselde per rijk en vorst/leider. Er waren, naast perioden van vreedzame coexistentie (zij het met discriminerende wetgeving), wel degelijk ook pogrom-achtige acties tegen Joden - door Moslims - in Islamitisch Spanje geweest.

In het licht van dit alles is het wat simplistisch en deels incorrect om de Moren als zwarte mensen af te schilderen.

Historisch incorrect, maar goed: het is een theatraal, carnavalesk en folkloristisch kinderfeest, dus dat hoef je niet zo nauw te nemen, zou je kunnen zeggen. Ze bedoelden gewoon donkere “exotische typen”. Theater en folklore zijn echter weerslagen van de realiteit: het staat er niet los van. Een eventuele speelse draai (zoals in carnaval-tradities) kan er in latere instantie aan gegeven worden: ná een correcte weergave van de realiteit. Eerst de realiteit dán de draai: niet de draai in plaats van de realiteit. Een denkfout die naar mijn idee wel vaker wordt gemaakt.

Dat is rationeel gesteld één van de problemen van het Sinterklaas-feest: Moren waren niet echt (of slechts deels) “zwart” (hoewel donkerder dan de gemiddelde Europeaan), en Sinterklaas was niet Spaans. Maar deze geschiedkundige incorrectheden vormen uiteraard verre van het enige probleem omtrent het fenomeen Zwarte Piet.

Ik ben het regelmatig eens met wat Stephan Sanders in zijn columns en essays stelt, met name als hij hypocrisie, paternalisme en zelf-felicitatie bloot legt bij (schijn-) linkse mensen. Toch vind ik in de eerdergenoemde column van 17 november iets waar ik het mee oneens was, namelijk zijn wijzen op de “onschuld” van het feest voordat de eerste zwart geschminkte witte Nederlanders (vermoedelijk in de jaren 70 van de 20e eeuw) Creools-Surinaamse accenten gingen imiteren. Ook vóór dat imiteren was er echter een duidelijke koloniale, raciaal stereotiepe rolverdeling.

Een kritiek van Sanders luidt dat zwarte tegenstanders, zoals Quinsy Gario - die de Zwarte Piet Is Racisme-actie leidt -, Zwarte Piet te letterlijk nemen (ondanks dat Sanders de hardhandige arrestatie - zie hieronder - van Quinsy Gario in Dordrecht voor diens anti-Zwarte Piet demonstratie betreurde als ondemocratisch). Dit snijdt geen hout, want niet-letterlijk nemen lijkt mij moeilijk omdat Zwarte Piet kroeshaar heeft, in de meeste gevallen met een Surinaams accent praat, en doorgaans ook via schmink extra grote lippen krijgt.

Wel klopt denk ik Sanders’ analyse dat de connectie met reëel in Nederland bestaande zwarte mensen – met name Creoolse Surinamers - pas later, vanaf de 1970s, gemaakt werd.

In de Vrij Nederland van 24 november 2012, de week na deze column dus, schreef Stephan Sanders zijn column wederom over Sinterklaas en Zwarte Piet. De pre-Sinterklaas-periode was immers begonnen (al eind november dus). Dit maal geen relativeringen, maar een goede neutraal lijkende beschouwing van de essentie van het feest. Ook wijst hij op hoe het in de toekomst dan zou kunnen. Sanders stelt dat áls Zwarte Piet racisme is, dat dan de tegenstanders, zoals Quinsy Gario, moeten ijveren voor het wettelijk verbieden van Zwarte Piet. Daar zit in de kern wat in. Het feest kan dan een andere vorm krijgen.

(Toevallig zat ikzelf niet ver achter Quinsy Gario in oktober van 2011, zoals te zien op de foto hieronder. Deze foto is genomen in bioscoop Ketelhuis in Amsterdam, tijdens het Africa In The Picture festival. Quinsy droeg toen ook een Zwarte Piet Is Racisme t-shirt. Dit was een maand voor de eerdergenoemde arrestatie in Dordrecht (in november, 2011).

BELEDIGEND EN HYPOCRIET

Het fenomeen Zwarte Piet is, welbeschouwd, racistisch, beledigend, en ook nog eens hypocriet.

Racistisch/beledigend omdat Zwarte Piet een knecht is van een witte man (zogenaamd een “bisschop” of zelfs “goedheiligman” ook nog), wat een ongevoelige verwijzing is naar de slavernij. Zwarte Piet wordt ook vaak als dom uitgebeeld. Dom en angstwekkend: kinderen die “stout” zijn worden volgens de verhalen meegenomen in een zak naar Spanje door deze Zwarte Piet.

Stel je een voornamelijk blank dorpje in Nederland voor: waarschijnlijk de eerste verwijzingen naar “zwarte” mensen die kinderen er vernemen: een dom, raar bewegend, geforceerd pratend, maar ook eng en gevaarlijk, straffend iemand. Ik neem aan dat de lezers van mijn blog intelligent genoeg zijn om in te zien waarom dat racistisch en mogelijk schadelijk is. Voor het geval de connectie met die enkele Surinaamse mensen in dat dorp nog niet is gelegd, praten de Zwarte Pieten ook nog eens met een Surinaams accent. Mochten er Antilianen of Afrikanen in het dorp wonen in plaats van Surinamers dan kan het accent aangepast worden. Dat is wel eens gebeurd, heb ik begrepen. En dan verbaasd zijn als kinderen in zo’n plaats donkere mensen, al dan niet plagerig, “zwarte piet” gaan noemen.

De verwijzing naar de slavernij heeft een connectie met Spanje. Daarmee – en dat is wellicht iets minder evident – is er denk ik ook sprake van hypocrisie van de kant van Nederlanders.

Inderdaad had Spanje een koloniaal verleden dat hardvochtig en bloedig, onderdrukkend was. Sinds de Genueze Italiaan Columbus in Spaanse dienst Amerika “ontdekte” gingen de Spaanse veroveraars ruig en moordend te werk in de Amerika’s. Gebieden raakten zelfs deels ontvolkt van de oorspronkelijke Amerindianen. Deels onbewust door meegenomen ziekten, maar voor een flink deel ook door hardvochtig beleid en overwerken. De Spanjaarden voerden daarna Afrikaanse slaven in.

Het Sinterklaas-feest als speelse, folkloristische verwijzing naar die geschiedenis (en niet alleen naar Moors Spanje dus)? Nee. Ook dat is niet goed te praten. Simpelweg vanwege het feit dat Nederland zelf ook Afrikaanse slaven invoerde (onder meer in Suriname, Guyana, Brazilië, en de Nederlandse Antillen), en deze te werk stelden onder onmenselijke omstandigheden in de Amerika’s. Dit geschiedde zonder hulp van Spanje: dit was zelfs een concurrerende natie toen. Sterker nog: Nederland was destijds een drijvende kracht achter de modernisering en intensivering van het op slavernij gebaseerde plantage-systeem en de overgang ervan van Brazilië naar het Caraïbisch gebied.

BLACKFACE

Het fenomeen Zwarte Piet heeft een nauwelijks te vermijden connotatie met wat in de Verenigde Staten Blackface of the Minstrel traditie wordt genoemd: het karikaturaal en stereotiep afbeelden van zwarte mensen: inclusief karikaturen van accent, (vermeende) cultuur, en gedragingen. Dat was historisch niet alleen te vinden in de Verenigde Staten, maar ook in andere landen met een slavernijverleden zoals Cuba en elders in Latijns Amerika.

Interessant is om die Blackface traditie nader te beschouwen. In welke historische context ontstond het? Waarom zo? Door wie?

Het boek ‘Blackface Cuba, 1840-1895’ (2005), door Jill Lane, is wat dat betreft leerzaam. Karikaturen van Afro-Cubanen werden gangbaar in Cubaans theater, in wat Teatro Bufo werd genoemd. Net als in de Minstrel traditie in de Verenigde Staten werd het accent nagebootst, hadden als zwarten uitgebeelde acteurs domme gedragingen die soms kinderlijk “ondeugend” waren.

Opvallend genoeg kreeg deze Teatro Bufo juist een impuls ná 1840, toen de onafhankelijkheidsstrijd in Cuba tegen de Spaanse overheersers begon. Blanke Cubanen wilden wel van die Spaanse koloniale macht af, maar wilden ook de raciale hierachie in stand houden: men wilde de voormalige slaven, de Afro-Cubanen, geen illusies geven dat ze echt gelijkwaardige partners in zo’n komende, onafhankelijke natie zouden worden. Derhalve werden Afro-Cubanen als kinderlijk en dom – minder dan menselijk - uitgebeeld. Ook al zijn die Spanjaarden weg: de blanken blijven de baas: dat je dat maar weet.

Een vergelijkbaar verhuld politiek motief was er te vinden in de Minstrel/Blackface traditie in de Verenigde Staten, ook na de afschaffing van de slavernij aldaar. En overigens niet alleen in de zuidelijke staten (“Dixie”). Zwarten werden verbeeld, waarbij ze als dom en infantiel, en dus afhankelijk werden gepresenteerd. Net als in Cuba om de angst te bezweren dat ze echt gelijke rechten en mogelijkheden zouden krijgen.

Ik zag pas een zeer interessante film op YouTube, geregisseerd door Spike Lee, bekend om zijn kritische weergave van de rassenverhoudingen in de VS. De film heet Bamboozled (volledig op: http://youtu.be/KhnsaMLtQM8), en komt uit 2000. Het was een interessante - en wat merkwaardige – satirische film. Hier en daar was het ook “over the top” zou je kunnen zeggen. Hoe dan ook kan ik het aanraden aan mensen die het nog niet hebben gezien.

Een zwarte televisiemaker met een middenklasse-identificatie werkt bij een tv-station, maar kan zijn ideëen voor programma’s moeilijk slijten bij de top in het bedrijf. Te middenklasse en Cosby Show-achtig luidt het verwijt ongeveer: te weinig rauw en “echt zwart”, krijgt hij van zijn baas te horen, die ridicuul genoeg zelf blank is. Zijn reactie op deze koers van zijn baas is wat merkwaardig maar wel symbolisch. Daarin zit het “over the top” van de film ook, en het feit dat Spike Lee maatschappelijke kritiek deels vermengt met absurde humor.

Iedereen kan de film zelf zien, maar het komt hierop neer: de stereotiepe, oude Minstrel traditie wordt door deze zwarte televisiemaker van stal gehaald en alle stereotiepe rollen uit het verleden in het kwadraat bevestigd: Aunt Jemima-kleding, simpele, onverantwoordelijke en kinderlijke zwarte mensen, een band met de naam ‘Alabama Porch Monkeys’. Domme, racistische karikaturen dus. Dat is blijkbaar wat ze willen.

Kort en goed: deze show wordt wel een groot succes en zelfs een trend. Ik kan niet voor Spike Lee spreken, maar ik vermoed dat één van de boodschappen die hij met Bamboozled wilde uitdragen was dat zwarte mensen niet als volwaardig en gelijkwaardig worden gezien door in ieder geval de media (en de maatschappij), en afhankelijk blijven van blanke, stereotiepe oordelen.

PARALLEL?

Ik wil geen parallel trekken met Zwarte Piet. Alhoewel, ik wil dat eigenlijk wel. Dat de Zwarte Piet-discussie als vervelend wordt ervaren door “gewone” blanke Nederlanders wijst op onbegrip of gebrek aan kennis onder deze groep. Het bewuste negeren ervan door blanke Nederlanders met meer macht dan die “gewone” Nederlanders is echter nog erger.

Het betekent dat men in Nederland niet klaar is voor de gelijkwaardigheid van zwarte mensen in Nederland. Die horen hier óf niet te zijn, óf afhankelijk te zijn van “ons”, blanke Nederlanders. Als (verhulde) tweederangsburgers. Dat is wat de Zwarte Piet-traditie uitdraagt. Vooral het stevig vasthouden eraan.

Maak ik het wellicht te zwaar? Blaas ik een wellicht verwijtbare maar marginale folkloristische traditie teveel op? Dat kan zijn, ware het niet dat ik het toch symptomatisch acht voor de schijn-tolerantie ten opzichte van “de exotische ander” in de Nederlandse samenleving. Hoewel er veel mogelijkheden zijn voor zwarte mensen in Nederland, en op papier (grotendeels) gelijke rechten, zijn er toch nare, terugkerende signalen.

Ik kan het boek en de film 'Alleen Maar Nette Mensen' noemen, waarop naar mijn inzicht terechte kritiek gegeven is op de (soms ronduit racistische) stereotiepen over Surinaamse vrouwen (en mannen) in Amsterdam-Zuidoost, maar die kritiek wordt op dezelfde manier afgedaan als de Zwarte Piet-discussie (“dat gezeur weer”, het is maar een film/fictie). Het gebrek aan een goed articulerende, middenklasse, en (“cultureel Nederlands”:) nuchter en rustig pratende “woordvoerder” - a la Henk Krol of Ronnie Naftaniel - om kritiek op de film te geven, was er daarbij niet. Of werd niet (genoeg) aan het woord gelaten in de media.

Dat laatste is niet al te verwonderlijk wanneer men beseft dat in de Nederlandse media “niet-westerse allochtonen” nogal ondervertegenwoordigd zijn. Ulbe Bosma geeft aan in zijn artikel ‘Why Is There No Postcolonial Debate In The Netherlands?’, verschenen in de bundel ‘Post-colonial immigrants and identity formations in the Netherlands’ (Amsterdam University Press, 2012), dat halverwege de jaren 90 van de 20ste eeuw van de werknemers de Nederlandse media zo’n 1% van de werknemers in de media “niet-Westers allochtoon” was tegenover 10% van de gehele bevolking. (Wat betreft universiteiten, en de hogere regionen in het bedrijfsleven en politiek, had Bosma geen cijfers voor handen, maar vermoedt eenzelfde ondervertegenwoordiging). Bosma wijst op enkele successen van het multiculturele beleid in Nederland sinds de jaren 80, zoals wat betreft politieke participatie en burgerschap. Hij stelt echter ook:

but in terms of allowing cultural diversity into how the nation presents and perceives itself, the performance of the Netherlands is rather bleak”…

Folklore, kinderfeest, cultuur/film, media.. maar ook de wetenschap. Het wetenschappelijk instituut ‘t NINSEE (Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden En Erfenis) was ooit in 2002 begonnen door zwarte Nederlanders om het Nederlandse slavernijverleden vanuit een ander, zwart perspectief meer aandacht te geven. Terecht, kun je betogen, en zelfs als men dat niet vindt blijft het een democratisch recht. Het NINSEE is kort geleden (augustus 2012) alweer opgeheven, of grotendeels ontmandeld. Dit nadat de rijksoverheid - vanaf het begin een opmerkelijk intimiderend blok aan het been van dit instituut - de subsidie introk. Het zou zogenaamd niets toevoegen aan bestaande wetenschap over slavernij en had zogenaamd niet het vereiste niveau. Het NINSEE heeft een kort en liefdeloos leven gehad. Zo pijnlijk is het.

Het vasthouden aan de Zwarte Piet traditie is derhalve symptomatisch voor een breder probleem in de Nederlandse samenleving: namelijk dat zwarte mensen - nog steeds - niets te zeggen hebben in Nederland, zelfs niet als ze zelf het onderwerp zijn. Ik kan dat geen volwaardig burgerschap noemen..