‘Badal’ is een roman door Anil Ramdas, de Hindoestaans-Surinaamse schrijver, programmamaker, journalist en, wel, intellectueel.
Ik vernam in het verleden her en der van Anil Ramdas, zijn manier van spreken en schrijven, en daardoor zijn interesses en meningen. Hij presenteerde samen met Stephan Sanders het boeiende tv-programma Het Blauwe Licht, dat de VPRO zo’n 12 jaar geleden uitzond, over de diepere betekenis van tv-beelden. Ramdas’ open blik en neiging tot diepgang kwamen mij sympathiek voor. Mogelijk omdat het gepaard leek te gaan met een luchtige relativering. Ook zijn beeldende verhalen over en vanuit India in kranten en weekbladen, en over Suriname, las ik doorgaans met plezier. Verder vernam ik van zijn meningen over maatschappelijke thema’s in discussieprogramma’s of stukken. Zoals over de multiculturele samenleving, het culturele leven, en de politiek. Ik kende hem eigenlijk vooral als presentator, of enigszins afstandelijke commentator, zonder overal al te direct zijn mening openlijk te uiten. Daarin verschilt hij wellicht van zijn vriend, schrijver en columnist Stephan Sanders, wier hoogstpersoonlijke, intieme en toch doordachte meningen minder verhuld tot het publiek komen.
Aan de andere kant maakt dat meer persoonlijker werk, zoals romans, biografische uitwijdingen, of bepaalde essays, juist van Anil Ramdas, des te interessanter. Jezelf mysterieus genoeg houden om duurzaam interessant te blijven is op zich een prestatie. Wel een prestatie die meer bewondering dan warme gevoelens oproept, maar Ramdas toont zichzelf redelijk open, waardoor hij wel warm over komt. Het heeft het effect dat je het gevoel krijgt dat hij iets verhult van zichzelf, maar niet iets onprettigs. Uit verlegenheid, ongemak, eerder dan hypocrisie en/of kwader trouw.
In de roman ‘Badal’ wordt weinig verhuld, maar het is ook formeel fictief. Aan de andere kant is het overduidelijk autobiografisch. De hoofdpersoon Badal is een Hindoestaanse Surinamer in Nederland, werkend als journalist, correspondent, maatschappelijk commentator, schrijver, en televisiemaker. Dat zijn wel heel veel overeenkomsten met Anil zelf. Hij was correspondent in India in het boek, net als Ramdas in het echt was. Badal is gewoon Anil, zou je geneigd zijn te denken. Badal’s vriendenkring in het boek omvat ene Henry, die wel heel erg aan Stephan Sanders doet denken, met diens diepgaande, individualistische analyses, en diens homoseksualiteit. Veel overeenkomsten met de schrijver zelf dus.
Het is duidelijk een meningen-/ideeënroman. Anil’s, eh sorry.. Badal’s meningen en visie op de Nederlandse maatschappij en diens ontwikkeling zou je elitair kunnen noemen. Zo heeft Badal het over "white trash", blanke, volgens hem onderontwikkelde mensen, als teken van gebrekkige maatschappelijke beschaving. Cultuurbarbaren in zijn beleving: anti-intellectuelen die streven naar oppervlakkig vermaak, diepgang vermijden, en die hun rancune en haat makkelijk botvieren of in ieder geval niet relativeren. Wat dat laatste betreft doelt hij met name op het stemmen op populistische partijen als van Geert Wilders. Badal wil in de roman een analytisch/filosofisch stuk schrijven over white trash mensen, en gaat daarom in Zandvoort wonen, waar relatief veel vertegenwoordigers van die groep zouden wonen. Dat is één lijn van de roman. Er is weinig echt contact met white trash mensen overigens: het gaat vooral om de denkwereld van Badal en relaties en gesprekken met zijn vrienden, vriendinnen en familie. Vaak, maar niet altijd, ook Hindoestanen, en verder wat elitaire vrienden.
Dan is er de andere verhaallijn: Badal’s problematische huwelijk en band met kinderen, welke voornamelijk een afstandelijke band is. Dit hangt samen met een derde, significante lijn: Badal drinkt nogal veel en is in feite alcoholist. De hele roman door worden er flessen wijn, whiskey en andere drank genuttigd door Badal, met diens dronkenschap als terugkerende staat.
De verhaallijn van de drankzucht en hoe dat zijn (familie)relaties beïnvloedt wordt vaardig verteld, maar is niet erg origineel. Het thema komt vaker terug in de Nederlandse en internationale literatuur. Origineler wordt de roman door de combinatie met andere karaktertrekken en interesses van de hoofdpersoon Badal. Deze drinkt veel, en kan gerust een alcoholist genoemd worden. Maar wel een met een diepe maatschappelijke en politieke interesse, originele meningen, en in het algemeen in het bezit van een sterke persoonlijkheid. Dat laatste vond ik wel bijzonder, omdat ik om de een of andere reden alcoholist-zijn meer associeer met een zwakke persoonlijkheid.
Die maatschappelijke meningen van Badal zijn eigenlijk geen bijzaak in de roman, maar in zekere zin de hoofdmoot. Deze uiten zich onder meer in gesprekken van Badal met anderen. Daarom is dit naar mijn idee een ideeënroman. De ideeën betreffen dus die white trash populatie, maar ook de opkomst van Geert Wilders’ PVV, het klimaat van haat in Nederland dat volgens Badal daarmee samen hangt, en ook het koloniale verleden van Europa. “Beschaving” is hierbij een rode draad in Badal’s meningen. White trash zijn onbeschaafde mensen, het kolonialisme had volgens hem tenminste nog de ambitie om te “beschaven”, ondanks negatieve aspecten.
Aan de andere kant uit hij ook kritiek op het Westen en diens superioriteitswaan. Dat is wat inconsequent. Toch kan die inconsequentie ook door andere dingen komen: gespletenheid door het opgroeien in een voormalige kolonie, Suriname in dit geval. Dominante waarden zijn in (voormalige) kolonies de Europese, maar die zijn toch extern aan je eigen achtergrond, waarvan andere waarden voortleven. Cultuurcontact is dan onvermijdelijk, zelfs voor een cultuur die liever gesloten blijft (zoals relatief sterk voor de Hindoestaanse gold/geldt).
Die gespletenheid komt interessant naar voren in deze roman. Badal lijkt zich zeer thuis te voelen in de Indiase en Hindoestaanse cultuur. Hij weet veel over India, de Indiase cultuur, Hindoestaanse Surinamers, maar beperkt zich daar niet toe. Hij beschouwt ook andere bevolkingsgroepen, zoals zwarten, verschillende Nederlanders, en Britse kolonisatoren in India. Nu en in het verleden. Zijn wat elitaire visie op beschaving doet hem af en toe apologistische meningen hanteren, zoals over ook de goede dingen die het Britse kolonialisme naar India gebracht zou hebben. Zelfs voor Columbus heeft hij positieve kwalificaties, omdat hij tenminste bredere ambities voor de wereld gehad zou hebben, tegelijkertijd erkennend dat Columbus ook een racist was. Er zijn hier dus overeenkomsten met de eveneens(koloniaal) ”apologisme” verweten Indo-Trinidadiaanse schrijver V.S. Naipaul. Inderdaad min of meer vereerd door Badal in de roman.
Verder heeft hij kritiek op Wilders en diens aanhangers en stemmers. Volgens hem wachten deze mensen slechts op een aanleiding om hun haat te kunnen uiten tegen bepaalde mensen. Ook bekritiseert hij echter bepaalde “gekleurde” intellectuelen, met name diegenen onder hen zonder ironie: “quasi-intellectuelen” noemt hij deze. Echte intellectuelen hebben ironie, meent hij dus. Ik kan het daar wel mee eens zijn.
Gespletenheid is er ook in Badal’s gedrag. Hij zondert zich de ene keer graag af, de andere keer is hij weer een aanhankelijk sociaal dier. Dan praat hij met mede-intellectuelen en goede vrienden, dan weer met “gewone” mensen, zoals in de kroeg.
Het is denk ik het thema van gespletenheid dat de verschillende lijnen in het verhaal verbindt, inclusief het alcoholisme. De overgangen tussen nuchter en dronken zijn van Badal vormen op zichzelf ook een gespletenheid, die de diepere gespletenheid weerspiegelt.
De roman is meer innerlijk dan zinnelijk. Er zijn weinig zintuiglijke beschrijvingen – ook niet echt van de terugkerende staat van dronkenschap - maar juist veel verhalen, analyses, en afstandelijkere, innerlijke gedachten die betekenis geven. Dat is op zich geen bezwaar. Wel toont dat, denk ik, nog meer die gespletenheid. Iemand die enigszins met zichzelf in de knoop zit is meer met zijn innerlijk bezig en kan minder genieten van het zintuiglijke. Eenvoudig genieten van eten, sex, een film, een kunstwerk, wat dan ook, wordt moeilijker. Het geduld en de leegte ontbreken daarvoor te veel. De white trash daarentegen kunnen zelfs van Frans Bauer’s muziek ongecompliceerd genieten, en van simpele films, of wat de commerciële zenders ook op tv uitzenden. Van groffe sex of junk food eveneens.
Badal in de roman geniet echter ook, maar dan van andere muziek (met verhalen erachter en/of complexer), intellectuele gesprekken, van veelzijdige verhalen, sociale geschiedenis, wat chaotisch en improviserend reizen, schrijvers en schrijven, maar ook van dronkenschap. Er zijn simpele en ingewikkelde genoegens.
Ik vond ‘Badal’ een lezenswaardige roman, boeiend en goed geschreven, en daarnaast met een interessante en originele combinatie van zowel maatschappelijke als menselijke diepgang. Vooral die combinatie – resulterend in een ideeënroman - vind ik goed. Zoals Confucius immers ooit zei (vrij vertaald): grote mensen (lees: geesten) praten over ideeën, middelmatige mensen over gebeurtenissen, en kleine mensen over andere mensen.
Dat wil niet zeggen dat ik het met alle meningen en ideeën van Badal eens was. Badal ging met zijn meningen soms voorbij aan de basale ontwrichting door kolonialisme – hoezeer ook gepresenteerd als beschavingsprojecten. Ook de (elitaire) suggestie - vooral impliciet – in de roman dat mensen die veel intellectuele boeken lezen, zogenaamde “hogere” kunst waarderen, en hoger opgeleid zijn als vanzelf betere, menslievende mensen zullen zijn, lijkt mij al te hoopvol. Om niet te zeggen onrealistisch. Daarnaast verschilde ik ook van mening met Badal over kleinere zaken.
Hoe dan ook zijn het voor een groot deel, vind ik, die maatschappelijke beschouwingen en analyses in ‘Badal’ die de roman tegelijkertijd bijzonder en boeiend maken, samen met de boeiend weergegeven menselijke gespletenheid. Een aanrader.
Boekgegevens:
Badal: roman: Anil Ramdas. - 411 p. - Amsterdam : De Bezige Bij, 2011. ISBN: 9789023459040
zondag 4 september 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)