In dit digitale tijdperk is het op de achtergrond geraakt, sterk beperkt, maar nooit verdwenen. Het bestaan ervan is bedreigd geweest, maar dat was vooral theoretisch.
De technische ontwikkelingen gingen niet zo snel, en handzame e-books of e-readers bleken eigenlijk toch niet zo handzaam. Ook wenden onze ogen maar niet aan het beeldscherm; teveel "prikkels" bij zoiets sobers als "het lezen", mogelijk voor film geschikt, niet voor lezen van lange teksten.
De "vervanging" vond wel degelijk plaats, en de meeste gedrukte teksten werden uiteindelijk gedigitaliseerd. Papieren boeken verloren daarmee hun unieke, primaire informatiewaarde. Althans voor de meest bekende werken.
Los van deze praktische, haast zakelijke "content" focus, zitten er echter ook andere kanten aan het lezen. Eentje stipte ik reeds aan. Lezen "als activiteit" of "tijdverdrijf", de meditatieve overgave welke de concentratie stuurt, wonen in taal en opgeroepen beelden. Om een of andere reden lukt dat vaak beter met een stapel papier, hoe oud ook, dan van een kille technologische laptop of e-reader. De tekst kan hetzelfde zijn, de beleving anders.
HISTORISCH EN SOCIOLOGISCH
Mag de informatiedrager dan deels een trivialiteit te noemen zijn - goede teksten blijven goede teksten, ongeacht de vorm -, er zitten ook andere kanten aan papieren boeken en tijdschriften die meer cultureel zijn, en historisch. Papieren werken als slechts "ouderwetse" informatiedragers, vertegenwoordigen echter ook een wereld van culturele en maatschappelijke uitingen, maatschappelijke voorkeuren, en uitgeverskeuzen, sinds pre-digitale tijden. Daarmee geeft het historisch inzicht.
Dat is een terrein dat interessanter is dan het lijkt. Het gaat namelijk essentieel om de vraag: welke kennis wordt verspreidt, welke informatie, en wie bereiken die teksten in de samenlevingen? Daarmee wordt het ook sociologisch interessant.
MINIBIEBS
Een fenomeen waar dit uitstekend te bestuderen is, is het fenomeen "minibieb", zoals ik dat ken in mijn woonplaats Amsterdam. Het gaat hierbij om kasten met papieren boeken en tijdschriften te vinden op straat, in verschillende delen van de stad, veelal op de stoep tegen buitenmuren van woonhuizen. Deze "straatbiebs" zijn vrij, waarbij de term "bieb"/bibliotheek wat flexibel is geïnterpreteerd. Veelal wordt het begrepen als "gratis boeken", dan wel plek waar boeken achter gelaten kunnen worden, ook "te geef". Soms staat er een tekst bij dat het de bedoeling is dat je de boeken terugbrengt, bij anderen expliciet dat ze te geef zijn.
Sinds ik ze aantrof her en der in de stad, vond ik die minibiebs wel leuk. Het bracht mij mentaal terug naar de "boekenwurm" periodes in mijn leven, toen ik graag in de openbare bibliotheek kwam, toen wonend in een dorp. Een dorp saai qua uitgaansleven, en ik vluchtte in muziek (reggae e.a.), maar ook boeken, in dat nog pre-digitale tijdperk. Ik las toen ook wat meer literaire werken, naast nonfictie, ook buiten wat van school moest. Ook keek ik toen in kasten met goedkope (bijvoorbeeld "afgeschreven") boeken.
STUDEREN
De interesse bleef: later, rond 1996, ging ik ook de Informatiedienstverlening en -Management opleiding op HBO-niveau volgen, aan de Hogeschool van Amsterdam: de opvolger van de bibliotheek-academie. De omslag van papier naar digitaal was toen al vergevorderd, hoewel verre van absoluut. Stageplekken die ik verkoos (in de nonprofit sector) hadden vaak nog eigen bibliotheken met veel papieren boeken, terwijl andere studenten liever "snelle" commerciele bedrijven als stageplek kozen, met alle documenten zoveel mogelijk gedigitaliseerd, e-libraries, een gelaagd "intranet", etcetera.
Een teken van de tijd. Alles -ons hele leven - is sindsdien (vanaf 2000) steeds digitaler geworden, met e-readers, tablets etcetera, hoewel sommigen nog steeds papieren boeken prefereren.
OUDER
Die minibiebs op straat in Amsterdam staan derhalve voor een oudere wereld. Maar ook een rustiger wereld. Een wereld met minder haast, minder opgejaagd zijn door geld- en sensatiezucht. Eenvoudigweg de tijd nemen voor een boek, meegenomen worden in het verhaal ervan, overgave van je concentratie, nog zonder gedachten aan "praktisch nut" of zelfs kloktijd.
De vraag is echter wat de minibiebs concreter vertegenwoordigen in dit tijdsgewricht. Mensen laten die papieren boeken (soms ook tijdschriften en andere dragers als dvd's of vinyl platen) daar immers achter: ze hoeven het niet meer zelf te hebben, in huis, blijkbaar. Die specifieke boeken vielen tegen, of zijn mensen die die boeken daar "dumpten", helemaal "gone digital", en lezen ze nauwelijks nog wat van papier?
We weten het niet, en dat is ergens ook het leuke ervan. Die minibiebs zijn openbaar, op straat, vrij, en volstrekt anoniem. Van iedereen, voor iedereen. Dat is een mooi iets.
Het heeft een beetje de "vibe" van de vrijheidszoekende jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw, de "hippie tijd" en vlak erna, die ook in Amsterdam veel invloed had. Dat maakt de minibiebs vergelijkbaar met het "witte fietsenplan" van Provo: het alternatieve "vrij beschikbare fietsen" plan in een fietsstad bij uitstek die Amsterdam is. Vrij, van iedereen, voor iedereen. Een idee dat helaas snel verlaten werd. Fietsen, boeken: vrij voor iedereen: in zo'n wereld is het beter toeven.
Ik zag bij toeval al veel van die straatkasten met boeken in delen van Amsterdam - tijdens werktijd en in mijn vrije tijd -, ook omdat ik al jaren lang veel fiets door de stad.
Het meeste keek ik in de kasten met boeken in de Van Limburg Stirumstraat (Staatsliedenbuurt, Westerpark), niet al te ver van dat deel van Amsterdam waar ik woon. Af en toe een interessant boek over Afrika, of vegetarisch voedsel, trof ik daar.
STRAATBIBLIOTHECARIS
Het was daar dat ik op een gegeven moment een man aantrof, terwijl ik weer even wilde kijken. Hij was druk bezig, en gezien het tijdstip (rond middernacht) vond ik het onverwacht te moeten wachten, hoewel ik geen haast had. Ik keek eerst naar boeken waar die man niet bezig was.
Zo zie je maar: de stadsneurose van mensen alleen zien als "hinderlijk in de weg", dan wel "opjagend", kan voorbarig zijn. De man sprak mij aan, en wat volgde was een eigenlijk prettig en interessant gesprek. De man, ik schat in de 50, bleek al die "minibiebs" in Amsterdam bij te houden, en verwees mij naar een website - met een officieus "bit.ly" adres -, met een kaart van Amsterdam met alle aangetroffen straatbiebs/minibiebs, met wat beschrijvingen (omvang). Adres: http://bit.ly/minibieb020. Interessant. Over de inhoud van de boeken stond op die website niets, maar de man was evenwel bezig orde aan te brengen in de boeken: kinderboeken bij elkaar, literaire werken bij elkaar op een paar planken, nonfictie op andere plank, kookboeken bij elkaar, etcetera.
Klinkt dit allemaal spannend en spectaculair? Misschien niet echt. Toch snapte ik de man. Ik heb immers ook wat ooit de bibliotheekopleiding gevolg, en kwam en kom altijd graag in bibliotheken. Boeken deelde ik in in categoriën - ik moest vaak wel -, en gaf trefwoorden. Dat werk doen zogenaamde "documentalisten", en dat was lang ook mijn "job title", zogezegd: documentalist. Zo heb ik als "documentalist" lang in/voor een wetenschappelijke bibliotheek gewerkt.
Ik lees de laatste jaren wat minder dikkere boeken, maar doe het nog steeds graag, en heb een brede culturele interesse.
Ik heb die avond - of eigenlijk vroege nacht - dus ook geleerd dat er zoiets als "straatbibliothecarissen" of "straatdocumentalisten" bestaan.
Ik was die man dankbaar voor dat webadres, want daarmee had ik een redelijk volledig overzicht van minibiebs in heel Amsterdam. Hij zei ook dat ik informatie kon mailen voor de website, een nog niet genoemde of verdwenen kast met boeken. "Mee doen" met andere woorden.
Doordat de samenleving in dit jaar 2020 werd plat gelegd voor een relatief nieuw griepvirus, en mijn vrienden opzoeken in de horeca niet meer mocht van de autoriteiten, en ook mijn belangrijkste hobby: musiceren met mensen, was beperkt door "wicked Babylon" - had ik wat meer tijd. Ik fiets graag door de hele stad Amsterdam, als een soort sport en fitness, zelfs naar de andere kant van de stad.
De Van Limburg Stirumstraat "straatbieb" - in Westerpark - was toevallig wat dichter bij waar ik woon, maar ik fietste nu meer grote delen van Amsterdam door: Oud-West, Bos en Lommer, Baarsjes, maar nog verder: de Jordaan, Centrum, Oost, De Pijp, Nieuw-Zuid, of Nieuw-West. Zo zie ik nog eens wat van de stad. Nu dus met specifiek adressen (straat met huisnummer) van deze minibiebs/straatbiebs, vermeld op voornoemde bit.ly website, nl. http://bit.ly/minibieb020.
INHOUD
De vraag dringt zich op, de "elephant in the room". Wat voor boeken trof ik aan, inhoudelijk? Vond ik het wel interessant, sloot het aan bij mijn interesses? Kwamen bepaalde soorten boeken vaker terug?
Ik heb een brede interesse. Ik ben meer een Alfa en Gamma, dan een Beta, dat wel. Boeken over technische zaken trekken mij wat minder aan dan, bijvoorbeeld, boeken over psychologie, sociale geschiedenis, of geografie.
Na wat heen en weer fietsen en minibiebs in verschillende delen van de stad gecheckt te hebben kan ik - na deze steekproef - wel wat voorzichtige conclusies trekken.
De kasten met aantallen boeken kunnen verschillen in omvang van ruim tegen de 100 boeken tot zo'n 10 boeken. Meestal is het iets ertussen in: zo'n 40 boeken en wat tijdschriften bijvoorbeeld in veel van die straatkasten. De kasten verschillen ook qua grootte, en van uiterlijk.
Over de inhoud: literaire werken kwamen relatief vaak voor. Vooral de wat grotere straatbiebs hadden wat meer nonfictie werken, maar bij de wat kleinere vond ik soms vooral enkele tientallen literaire werken, en vier of 5 nonfictie of studieboeken. Soms ook "populair-wetenschappelijke" werken.
Er zaten aardig wat (literaire) boekenweekgeschenken tussen van Nederlandse auteurs, maar het is desalniettemin flauw en onterecht om de straatbiebs als "dumpplek" te zien. Er waren bij die boekenweekgeschenken ook interessante, lezenswaardige teksten.
Even vaak, daarnaast, waren er ook kwalitatief goede werken bij van gerenommeerde auteurs als Isabel Allende (relatief vaak) en Maya Angelou, en zelfs bekende romans die literatuurprijzen hebben gewonnen, of klassiekers, met name Nederlandstalige: van W.F. Hermans, Harry Mulisch, van Arnon Grunberg, A F Th van der Heijden, Adriaan van Dis, Jan Wolkers, Kees van Kooten, Herman Koch, Anja Meulenbelt, en van latere schrijvers als Abdelkader Benali, Kluun, Joost Zwagerman, e.a. Bekende werken ook. Ook minder "high brow" werken, als van Mart Smeets waren te vinden.
Relatief vaak - om een of andere reden - Engelstalige boeken van het literaire echtpaar Nicci French. In meerdere kasten trof ik het bekende "30 shades of Grey" boek aan, en de even populaire In De Ban Van De Ring cyclus.
Soms trof ik ook interessante werken - wat directer aansluitend op mijn persoonlijke interesses - over muziek, Afrika, andere landen, kunst(enaars), psychologie, en soms ook studieboeken horend bij een opleiding, maar ook genoeg leuke "populair-wetenschappelijke" werken. Ook aardig wat boeken over flora and fauna, zoals een boek over "olifanten", en eetbare gewassen, om maar wat te noemen.
Ik trof ook in alle stadsdelen relatief veel kookboeken. Ik ben vegetariër, maar ook voor mij waren er leuke boeken bij, hoewel ik soms bij koekboeken toch heb: die gerechten kan ik zelf ook wel bedenken, maar leuke tips zijn altijd welkom. Boeken over vitaminen en voedingswaarde zijn ook wel nuttig in deze tijd. En in elke tijd, eigenlijk.
Qua talen vooral Nederlands, maar heel wat ook in het Engels (w.o. literaire werken), en in sommige straatbiebs ook in het Frans, het Spaans, of Duits.
Al met al, al die mini straatbiebs bij elkaar, boden best wel wat variatie, en voor veel mensen die graag lezen en ergens wat over willen weten, voor velen wat wils, bovendien ook verschillend in omvang.
INTERNET
We leven nu in een tijd van Internet en Google. Sommige van de meer "informative boeken" zijn gedekt door zoeken op Internet, maar lang niet allemaal. De "hap-snap" kennis van informatie op Internet, en zelfs een Wikipedia artikel - hoe correct ook -, zal niet alles kunnen vertellen wat in een dik studieboek over cognitieve psychologie staat, of een "psychologische encyclopedie", zoals ik die in een kast zag.
Verder zijn de vele romans en literaire werken die ik er trof, vaak helemaal niet op Internet te lezen: dat zijn immers formeel kunstwerken, geen informatiebronnen als zodanig.
Daarnaast zie je hier een interessante wisselwerking tussen teksten waaruit blijkt dat het om "teksten" gaat en niet de dragers. Het boek over olifanten waar ik even in bladerde bij een van die straatbieb kasten, bracht mij op ideeën, omdat er iets in stond wat ik nog niet wist. Dat ging ik vervolgens op Internet opzoeken. Via via, door toevallig dat boek daar te zien liggen. Dat deed me denken aan een rustiger tijd, "pre-Internet", toen ik als kind door de OB liep.. Onbevangen, niet gericht en zakelijk op zoek, maar je laten betoveren... of niet.. maar vrij en open. Je las iets, en dat bracht je op ideeën om ook andere dingen te lezen. Pure, onbevangen nieuwsgierigheid. Met rust en overgave. Voordat het systeem opdrong dat je een vak en carrière moest kiezen.
Het kan ook op Internet: van Wikipedia artikel naar Wikipedia artikel, via interne links, maar dan toch met minder vrijblijvendheid.
In verschillende delen van Amsterdam zag ik vergelijkbare tendensen: veel (Nederlandstalige) romans, brede nonfictie. De Jordaan had een aantal leuke - één in een voormalige telefooncel -, waaronder grappige spirituele linksgerichte boeken van iemand die blijkbaar actief mee deed in de jaren 70 en hippie-tijd (maar dat boek niet meer hoefte te hebben).
Wat meer Spaanstalige boeken in een paar straatbiebs in Westerpark, maar dat kan toeval zijn. Het is zoals gezegd allemaal anoniem, afhankelijk van mensen die al dan niet tijdelijk toevallig wonen in die omgeving.
Minder toevallig waren er in de minibieb bij de Protestantse kerk Eltheto (Molukse buurt, Amsterdam-Oost) voor een deel Christelijke boeken, maar niet alleen.
Voor de liefhebber van literaire werken zijn de minibiebs/straatbiebs zeker aan te raden, maar ook voor anderen, want de thematiek is breed, ook wat betreft nonfictie, en soort literatuur. Ik vond er wel wat interessants tussen. Het is denk ik niet alleen voor "hardcore" bibliofielen.
DEZE TIJD
Daarnaast moeten we toch in deze rare lockdowntijd voor een relatief nieuw griepvirus, dat volgens alle wetenschappelijke en objectieve cijfers die ik kan vinden niet eens zo dodelijk is, en sinds Juni van 2020 niet eens meer zo problematisch is voor ziekenhuizen.
Als Mussolini van het balkon commandeerde het kabinet dat - om het aantal besmettingen omlaag te brengen - de horeca dicht moet (sinds oktober 2020), maar winkels niet. Dit terwijl er relatief minder "besmettingen" plaats vonden in horeca, dan op het werk of thuis.
Een paar weken later commandeerden dezelfde Mussolini's dat andere publiek plekken als musea, bibliotheken, en theaters ook maar een tijd dicht moesten. Boeken moet je maar kopen, niet lenen, want vreemd genoeg bleven boekwinkels open, ook die waar mensen dichtbij elkaar moesten zijn.
Sommigen durfden het echter aan om het even gezellig te maken in de bibliotheken, even een ontspannen uitje of praatje, en in het coronabeleid geldt: "gezelligheid ist verboten!". Inconsequent en absurd. Om ons zoveel mogelijk thuis te houden. Vanwege wat: het meer testen met ondeugdelijke PCR-tests, die volgens experts niet genoeg zeggen over echte besmetting of infectie?
Intussen werd Amsterdam sinds Oktober 2020 een spookstad, wat ik vooral merkte vanaf later op de avond, ook in het weekend. Af en toe wat bussen en taxi's, meer politie-auto's, enkele fietsers en wandelaars die zich meestal keurig aan het samenscholingsverbod hielden (ze moesten wel), wat criminelen, soms wat thuisbezorgbedrijfsfietsers, maar geen lichten van de horeca, slechts woonhuizen met mensen hun privé-leven. Een soort Purmerend aan de Amstel, met wat grotere en vaak oudere gebouwen. Verder zo saai als een streng-gereformeerd dorp.
Het coronavirus is nu niet dodelijker of ernstiger dan de griep die we al kenden. Waarom alles in de samenleving, inclusief alle bronnen van plezier en geluk, plat leggen? Waarom mogen gezonde mensen niet gewoon het leven leiden dat ze hiervoor deden, en hun natuurlijke behoefte aan gezellig samen zijn voldoen? Is het niet zinniger en wellevender om kwetsbare groepen wat meer en directer te beschermen?
Ik hang geen theorieën over complotten van overheden aan die (nog?) niet bewezen kunnen worden. Het heeft ook geen zin. Ik weet gewoon niet waar deze autoriteiten - internationaal! - mee bezig zijn. Waar, zoals de Rastas zeggen "Babylon" mee bezig is: New World Order?, nieuw kapitalisme door een rijke elite?, contant geld stoppen?, 5G?, totalitaire volksmanipulatie? Zou best kunnen allemaal (als je zoals ik de geschiedenis hebt bestudeerd), of minstens deels.
De cijfers en kille feiten rechtvaardigen dit beleid in ieder geval van geen kant, dat is wat ik zeker weet. Daar heb ik ook al meer dan genoeg over gehoord, maar ook gelezen. En nog meer gelezen, en nog meer gelezen.. Ik ben geen beta, en werd virologie op den duur ook een beetje zat. Ik deed het ook nog bovenop, immers, de massa-hysterie en overmatige media-aandacht aan het nieuwe griepvirus Covid 19.
Dan lees ik maar liever ook wat over olifanten in Afrika, een meeslepende roman, of een biografie van een artiest. Even weg van deze echte maar verwarrende wereld vol machtsmisbruik, minachting van vrijheid, en angst.. Even weg van al die onzin..
Nu de bibliotheken - hopelijk niet te lang - dicht zijn, als gevolg van een onprettige (en onnodige, want niet-werkende) lockdown, zijn de minibiebs een beetje een alternatief. Tenzij daar ook vervelende, extra beperkingen komen als het te gezellig wordt bij die minibiebs, en bijvoorbeeld meer dan twee buurtbewoners er een praatje durven te maken.. Dat gaat in tegen het samenscholingsverbod..