Voor mijn werk bij het KITLV schreef ik een persbericht voor de Neder-L website (elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek) over Anton de Kom en diens werk ‘Wij slaven van Suriname’ (1934). Dit was in ‘t bulletin van de site van april 2010, naar aanleiding van de ook op de caraibischeletteren.blogspot.com besproken aflevering van tijdschrift OSO (april 2010) (zie: http://caraibischeletteren.blogspot.com/2010/06/de-turbulente-biografie-van-een-boek.html).
Zie voor persbericht:
http://www.neder-l.nl/bulletin/2010/04/100412.html
Een goede manier om OSO en KITLV te promoten/onder de aandacht te brengen. Dat was natuurlijk het doel.
Zoals het een professional behoort te betamen probeerde ik een correcte, zorgvuldige, en goed leesbare tekst te schrijven.
In ieder geval koos ik mijn woorden zorgvuldig, en ik heb het herhaaldelijk gelezen.
Ik wil nu één zin eruit halen waarbij ik Anton de Kom niet alleen in een breder Surinaams of historisch kader plaatste, maar tevens in een breder Caraïbisch kader. Het betreft de zin:
“Als aanklacht tegen koloniale onderdrukking en slavernij, pleitte de schrijver Anton de Kom verder voor zwart zelfbewustzijn, organisatie, en proletarische eenheid. Met zijn aanklachten was De Kom er relatief vroeg bij en past daarom in het rijtje van Caraïbische voorvechters van bevrijding en zelfrespect, zoals Marcus Garvey, C.L.R. James, Eric Williams en Aimé Césaire”.
“Er relatief vroeg bij” klinkt genuanceerd en is ook zo bedoeld. Woorden als “relatief” - Wikipedia-beheerders/redacteuren noemen dergelijke termen hardvochtig “weasel words” - ondermijnen de stelligheid van het geschrevene, waardoor de tekst wat minder pakkend wordt, maar in een wetenschappelijke context leek mij dat minder bezwaarlijk.
Bovendien is het correct. Kenners van de Caraïbische geschiedenis zullen weten dat sommige van de genoemde namen er zelfs - hoewel niet veel - “later” bij waren: hun emancipatorische, zwart bewustzijn “standaard” werken verschenen later dan ‘Wij Slaven van Suriname’ van De Kom.
Interessant is echter dat De Kom op zijn beurt meldde beïnvloed te zijn door Marcus Garvey. Deze was er wel “eerder bij”. Garvey leidde een volksbeweging van zwarte Amerikanen in de VS die snel groeide vanaf ongeveer 1917, met internationale vertakkingen (ook in Suriname). Garvey’s organisatie - de Univeral Negro Improvement Association (UNIA) - wees qua naam al op het internationale karakter en oogmerk ervan.
Op de beïnvloeding van De Kom door Marcus Garvey – hoewel zeer interessant – ga ik hier verder niet op in. Dat kunnen anderen beter onderzoeken of inschatten op basis van reeds verricht onderzoek.
Marcus Garvey wilde de positie van zwarten in de Amerika’s verbeteren door organisatie, het vergroten van zelfrespect, maar ook door middel van een focus op het moederland Afrika: dat moest bevrijd worden van kolonialisme om een plek te worden waarnaar de zwarten konden terugkeren (repatriëring), en om als machtsbasis in de wereld te dienen. Garvey heeft zeker analytisch nagedacht over de geopolitieke component hiervan, zodat het niet alleen als een romantische droom betiteld kan worden.
Als reggae-fan kwam ik de naam Marcus Garvey al vaker tegen in reggae-teksten: Bob Marley, Burning Spear, Culture, Mighty Diamonds en andere artiesten verwezen naar Garvey, die overigens ook een national hero van Jamaica is. Zijn rol in het leiden van zwarte mensen, pleiten voor terugkeer naar Afrika, en zwart zelfrespect werd mij al jong in grote lijnen duidelijk, ook door achtergrondinformatie (toen nog via de openbare bibliotheek in plaats van Internet).
Die persoonlijke interesse - los ook van het professionele – bleef bij mij, mede door mijn gebleven interesse (vooruit: liefde) voor reggae muziek en Rastafari-gerelateerde thema’s.
Een zeer goed leesbare biografie van Marcus Garvey verscheen in 2008, ‘Negro with a hat : the rise and fall of Marcus Garvey’ door Colin Grant, een Brit van Jamaicaanse afkomst.
Ik heb dit boek met veel plezier gelezen. Grant heeft een plezierige, verhelderende schrijftrant met een subtiel gevoel voor humor en ironie. Hij plaatst Garvey’s leven en activiteiten naar mijn idee goed in verschillende contexten. Hoe Garvey als Jamaicaanse immigrant in de VS vanaf 1917 een grote beweging van zwarten in de VS kon leiden, zijn ambitieuze plannen en ondernemingen die soms mislukten, inhoudelijke en persoonlijke conflicten met andere zwarte en gekleurde leiders als W.E.B. Dubois. Zijn visie op andere stromingen in de tijd (wit racisme, maar ook communisme, gelijke rechten in de VS, de arbeidersbeweging etcetera). Al dit levert fascinerende informatie op, en een goed beeld van tegenstellingen.
Het zegt echter ook veel over de persoon Marcus Garvey, en het pleit voor de biograaf Grant dat hij die persoonlijke aspecten geenszins schuwt. Je komt veel over Garvey als persoon te weten en niet alleen als ideoloog of “denker”. Die zaken scheiden krijgt immers al snel iets onechts.
Aandacht geeft Grant aan Garvey’s vroege jeugd in het Jamaicaanse stadje St Ann’s Bay, armoede, contacten, hoe hij veel kon lezen in bibliotheken. Zijn latere vertrek naar de hoofdstad Kingston, en nog latere reizen door Centraal-Amerika, het Caraïbisch gebied, en meerdere Europese landen. Hoe al dit hem levenslessen bood en zijn denkbeelden deed vormen. Het deed Garvey vooral de noodzaak inzien van een verbetering van de internationale positie van onderdrukte zwarten.
Zoals elk mens herbergde Garvey verder ook tegenstrijdigheden en twijfels in zich, “blinde vlekken” en wellicht ook obsessies. Hij kon ook af en toe wantrouwend, rancuneus of verongelijkt zijn, ondanks zijn streven naar een zekere rationaliteit. Juist dit maakte hem menselijker en dus sympathieker als persoon. En begrijpelijker.
Zijn fulmineren tegen Europees kolonialisme liet bijvoorbeeld onverlet dat zijn onderwijs in Jamaica – wat hij dus meekreeg – wel erg Brits-koloniaal en Eurocentrisch was. Jamaica was toen immers nog een Britse kolonie. Garvey werd daar onvermijdelijk door beïnvloed, maar groeide er ook overheen. Hij bewonderde in zekere zin Napoleon Bonaparte, maar later ook Toussaint Louverture. Hij respecteerde echter ook blanke “self-made men”, zelfs met dubieuze denkbeelden, zoals Henry Ford.
Dat ongrijpbare komt goed over in het boek. Een vat vol tegenstrijdigheden was Garvey wellicht te noemen. Dit stond echter los van zijn constante redeneringen op een aantal belangrijke punten.
Rastafari-aanhangers, voor wie Garvey als een belangrijke profeet geldt, waarderen de meeste van zijn acties en ideeën, maar zullen sommige acties en uitingen wellicht minder waarderen. Garvey was eerst lovend over de in 1930 gekroonde Ethiopische keizer Haile Selassie, ook als voorbeeld voor zwart Afrika, en zei dat deze waardige vorst veel gunstiger afstak dan de Italiaanse fascistische leider en “bully” Mussolini, die Ethiopië in 1935 bruut binnenviel. Later echter werd hij kritischer over Selassie en bekritiseerde zijn slappe houding tegenover Mussolini’s invasie, en het feit dat Selassie zich teveel verbond met Europese leiders en te weinig breder zwart en Afrikaans verzet organiseerde. Het deed hem zelfs positieve opmerkingen over de “bully” Mussolini maken, die tenminste “manhood” toonde met de invasie.
Er zullen ook Rastafari zijn die Garvey’s aanhangen van het rooms-katholicisme niet helemaal zullen kunnen volgen, hoewel Garvey tegelijkertijd ook kritisch was en bleef over de “blanke” geschiedvervalsing en interpretatie van het Christendom.
In de VS leidde zijn geuite waardering voor de “eerlijkheid” (open in plaats van verborgen racisme) van de Klu Klux Klan (en verwante racisten) tot onbegrip bij een deel van de zwarten. Garvey zou zelfs een ontmoeting hebben gehad met de Klu Klux Klan-leider voor een “mutually beneficial” geografische scheiding van wit en zwart.
In zijn persoonlijk leven waren er echter relatief weinig wangedragingen bekend geworden. Zelfs in die mate dat FBI-leider J. Edgar Hoover - hevig op zoek naar iets illegaals om de lastpost Garvey op te kunnen pakken - tot zijn frustratie niets onwettelijks vond om de man zonder VS-paspoort (hij was Brits onderdaan) te kunnen arresteren en uitzetten naar Jamaica. Dat lukte pas in een later stadium.
Garvey was twee keer getrouwd met intellectuele en zelfstandige vrouwen (wat naar mijn idee voor hem pleit) - ook uit “de beweging” - en het eerste huwelijk ging mis. Conservatieve, Victoriaanse huwelijkswaarden waren er nog wel bij Garvey tijdens het eerste huwelijk, maar dat is een klein, en gezien zijn opleiding begrijpelijk defect. Het macho-denken bij Garvey leek al met al - in tekst en daad - relatief beperkt, ondanks zijn prijzen van “manhood” bij dubieuze mannen als Mussolini.
Werk en “the Black cause” gingen bij Garvey echter wel vaak voor het gezin en ook andere familie. Men vond bijvoorbeeld in Jamaica dat Garvey te weinig voor zijn verarmde, ouder wordende vader in Jamaica zorgde, financieel gezien. “Mijn vader heeft ook niets voor mij gedaan”, was zijn verontwaardigde respons. Wellicht onbehoorlijk in conservatieve oren, maar wel weer menselijk.
Zijn moeder was voordat Marcus migreerde al overleden: aan een hersenbloeding. Daaraan zou ook Marcus later zelf overlijden, op 52-jarige leeftijd, in 1940. Garvey woonde toen zo’n vijf jaar in Londen en zijn invloed was inmiddels beperkter.
Na zijn opsluiting in en later (in 1927) uitzetting uit de VS (uiteindelijk gepakt op “mail fraud”), ontplooide hij wat initiatieven in Jamaica, richtte een politieke partij op, maar bereikte minder dan hij wilde. Hij werd ook tegengewerkt. Hij verhuisde toen maar naar Londen, in 1935.
Hij had toen echter al vele mensen beïnvloed, en het zwart bewustzijn en Pan-Afrikaanse denken doen toenemen. Die invloed bleek blijvend en wereldwijd: bij Malcolm X, Martin Luther King, Kwame Nkrumah, onafhankelijkheidsbewegingen in Afrika, sommige sociale bewegingen in het Caraïbisch gebied, de Rastafari, maar ook dus Anton de Kom die naast door communisme (waar Garvey minder in geloofde) eerder al door Garvey was beïnvloed..
Deze biografie van Garvey, getiteld ‘Negro with a hat’ (de wat merkwaardige titel wordt al lezende verklaard), van Colin Grant, is hoe dan ook een aanrader. Het geeft een goed beeld van zowel een interessante intellectueel, een historisch vernieuwend en invloedrijk gedachtegoed, alsmede van een boeiende persoonlijkheid.
BOEKGEGEVENS:
Negro with a hat : the rise and fall of Marcus Garvey: Colin Grant . – 530 p. – Oxford : Oxford University Press, 2008. ISBN: 0-19-536794-4, 978-0-19-536794-2
woensdag 14 juli 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)