donderdag 1 februari 2024

Net mensen en perspectief

Je kunt het gerust een “delicaat” thema noemen, in ieder geval een “beladen” thema: het Midden Oosten en Israël daarbinnen.

OPGROEIEND

Opgroeiend in Nederland, en het onderwijssysteem in Nederland, en ook de media, volgend, krijg je al jong beelden daarover mee. Ik had sinds kind al een interesse in andere landen, en zocht informatie over Afrika of andere gebieden op in de openbare bibliotheek, zodat er wel een soort balans in aandacht ontstond in mijn geval. Mijn ouders (vader Italiaans, moeder uit Spanje), bepaalden ook deels mijn geografische interesse, en maakten het wat breder.

Desalniettemin was er zover ik mij herinner altijd relatief veel aandacht voor Israël in het nieuws en journaal.. Latere politieke machinaties van de VS of andere Westerse machten eisten ook onze aandacht op in de richting van elders in het Midden Oosten, met name Irak en Iran.

Vanwege, zegt men, het schuldgevoel van Europa over de Holocaust was er ook veel aandacht in het onderwijs en de media over de Holocaust, de Tweede Wereldoorlog, het Joodse volk, en de staat Israël, hoewel die opvallend genoeg - hoewel frequent - ook vaak oppervlakkig bleef.

Ik kon dat eerlijk gezegd wel begrijpen, hoewel ik bezwaren bleef houden (zelfs als kind al) tegen de beperkte aandacht voor gebieden op de aarde die mijn interesse hadden gewekt (soms zelfs via muziek of een goed boek..of vriendinnen van mijn moeder), zoals in Afrika en Latijns-Amerika. Ook daar ontstond wel een balans toen de Apartheid in Zuid-Afrika een tijd wat meer aandacht kreeg, zoals in het nieuws.

VATBAAR

Terugkijkend ben ik nooit – zelfs niet als kind – een “vatbaar” iemand geweest. Ook niet vatbaar voor gekleurd (“biased” in het Engels) of “propaganda” nieuws.. als iets op bijv. televisie leugenachtigs was voelde ik het meestal wel ergens aan. Ik onderzocht zelf ook graag dingen, dat scheelt. Ik had een kritische, analytische geest.

Toch.., bij maar genoeg herhaling en “drammerigheid” raakte ook ik weleens beïnvloedt of van slag. Op mijn basisschool en middelbare school (beide – ooit – van katholieke signatuur, met nog wat resten ervan) was er aandacht voor de Tweede Wereldoorlog, met – eerlijk is eerlijk – voldoende aandacht voor de Jodenvervolging en Holocaust, en het onmenselijke Nazi-beleid. Wel was de rol van het verzet in Nederland wat groter voorgesteld in het geheel. Ik twijfelde ook toen, maar het beeld dat ik kreeg was dat toen de Duitsers onder het Nazi-bewind Nederland binnen vielen in 1940, alle Nederlanders meteen massaal in opstand kwamen. Toegegeven, het werd ook weer niet zo gesteld, maar de suggestie werd sterk gewekt. De waarheid is wat anders, weten we nu. Er was wat verzet van dappere mensen, maar vooral veel angst en lafheid – zelfs deels meegaandheid -, zoals vaker onder bezettingen.

GERELATIVEERD

Ook dat werd gelukkig in het onderwijs zelf gerelativeerd. Nadat ik eerst het beeld kreeg van Nederlands massaal slachtofferschap, maar toch verzet, tegen Duitsers, relativeerden leraren die ik ook had, en die echt geschiedenis hadden bestudeerd, dit al in een vroeg stadium. Ze legden uit dat het verzet eerder uitzonderlijk was, en de behandeling van Nederlanders door de Nazi’s relatief mild was, vergeleken met bijv. Polen, omdat Nederlanders een “Germaans broedervolk” volgens de Nazi-leer waren.

Een andere (geschiedenis)lerares die ik me als leuk herinner, een blonde Groningse die goed kon vertellen,op de middelbare school in Hoofddorp, haalde mijn laatste twijfel weg, met het wrange: “na de oorlog heeft iedereen in het verzet gezeten”.. Tijdens de Duitse bezetting viel dat helaas mee.. Of eigenlijk tegen..

Latere historische bronnen bevestigden inderdaad dat Duitse invallende soldaten instructies van hogere Nazi’s kregen om zich wat rustiger en milder op te stellen tegenover de mede-Germanen de Nederlanders, of in ieder geval (niet altijd succesvol) die schijn op te houden. Het bleef een bezettende macht.

Nederlanders waren toen relatief meegaand en hadden een gezagsgetrouwe, calvinistische traditie. Deze wisten de Nazi’s in hun voordeel uit te buiten door relatief veel Joden te kunnen opsporen en deporteren in Nederland, zelfs uit een stad als Amsterdam, met toen veel Joden, en zichzelf als stad toen al “dwars” en eigenzinnig vindend. Een pijnlijke episode in Nederland en Amsterdam, ook al kwam het meestal niet door diep racistisch antisemitisme en moordzucht onder gewone Nederlanders – hoewel dat Germaanse verwantschap (en superioriteit!) idee bij sommige Nederlanders (zoals NSB-ers) wel bestond –, maar toch vaker door, wel, laffe gezagsgetrouwheid. Er bestond iets van latent antisemitisme in Nederland, ook in Amsterdam onder niet-Joden, ondanks het relatief tolerante imago, met name flauwe grappen over vermeende geldzucht of onbetrouwbaarheid van Joden, dat wel, maar dat had je in meer landen.

OUDERS

Die relativering kwam dus vanzelf wel. Soms kom je de waarheid mondjesmaat te weten. In mijn geval speelden de landen waar mijn ouders vandaan kwamen ook een rol: een Noord-Italiaanse vader, en Zuid-Spaanse moeder. Ik wist dat de geschiedenis van Italië en Spanje ook verbonden waren aan het fascisme, en voelde mij daar wat onprettig bij, als al jong open en multicultureel iemand. Daarnaast geloofde ik toen nog dat Nederland (niet alleen Joden) massaal slachtoffer was van en in verzet ging tegen Duitse Nazi’s, en ik daardoor uit “foutere” landen kwam. Onzin, achteraf bekeken.

Mijn moeder was duidelijk links en progressief en anti-Franco (hoewel ze niet graag lang over politiek praatte). Ik denk dat ze teveel humor had en van het leven hield om teveel met politiek – zeker niet partijpolitiek - bezig te zijn, maar als ze er wat over zei, was het meestal pro-vrijheid “linksig”. Eigenlijk net als ik nu.. “can’t fight genetics”, haha

Mussolini, de Italiaanse uitvinder van het fascisme, werd ook nooit positief besproken, ook niet door mijn vader. Hij herinnerde zich van de laatste jaren van het fascisme in Italië (toen hij kind was) dat er een nare, strenge sfeer heerste, veel soldaten op straat, en dat hij de fascistische groet moest geven op school, aan leraren. Niet lang daarna zette echter de democratie in, in Italië, - en economische groei -, en probeerden de Italianen te doen alsof er niets gebeurd was.

In Spanje bleef er een fascistoïde dictatuur onder generaal Franco tot 1975. Franco verbond zich wat losjes aan Hitler en Mussolini, en hun militaire hulp hielp hem uiteindelijk in 1939 aan de macht, maar hij opereerde wat strategischer en “slimmer” door zich ook weer niet te direct aan hen te verbinden, en toch een beetje diensten te verlenen aan geallieerde landen als de VS .. om zo dus niet meteen met zijn fascistische collega’s elders in Europa onder te gaan. Zo overleefde hij de Tweede Wereldoorlog: door zich er buiten weten te houden..

Binnenlands in Spanje, mengde Franco aspecten van Mussoliniaans fascisme met oerconservatieve Spaanse katholieke tradities, waardoor hij een breder deel van conservatief Spanje koest hield dat niet wist wat fascisme was, zogezegd, mogelijk mede geholpen door anti-communistische, en pro-regime propaganda. En, uiteraard, zoals in elke dictatuur, een repressie-apparaat: veel soldaten en politie op straat, censuur, en rechten ontnemen aan burgers: tegen de overheid kon je weinig beginnen.

Dat verklaart mede het eigenlijk wel schokkende feit dat mijn moeder er pas achter kwam dat die Holocaust (inclusief concentratiekampen) had plaats gevonden toen ze rond 1966 naar Nederland kwam. Spanje onder Franco onderwees dat niet. Hitler was een voormalige bondgenoot, zal een reden zijn. Er was ook weer niet een verering van Nazisme of (direct) anti-semitisme in het Spaanse onderwijs toen: thema’s waren eerder beperkt en binnenlands gericht (nationalistisch, maar niet echt een rassenleer). Het antisemitisme bestond in Spanje ook, en uitte het zich in handelsland Nederland in vooroordelen over vermeende geldzucht van Joden, in Spanje vooral in de aloude mythe onder Christenen/katholieken dat “de Joden Jezus hadden vermoord”.. Domme onzin, natuurlijk: Jezus was uiteraard Jood onder Joden.. Verraden door zijn eigen mensen, eerder..

Heel af en toe werd het wel pervers: mijn moeder vertelde dat in het staatsnieuws voor films in bioscopen in Spanje (rond de verjaar- of sterfdag van Hitler of Mussolini) ooit te zien was dat Franco als katholiek in een kerk een zegen uitsprak voor Hitler en Mussolini. Later zag ze in hoe absurd en immoreel dat was.

(foto boven: ik als begin-tiener met mij ouders in Andalusië, Spanje, rond eind 1980s).

Spanjaarden werden toen zoveel mogelijk dom gehouden, en die namen Hitler en Mussolini waren voor velen onder hen vage namen uit buitenland en historie: net als je nu tegen Nederlanders Hindenburg of Jaruzelski noemt. Schandalige, ideologische geschiedvervalsing uiteraard, maar veel verder ging die aandacht niet. Franco poogde Spanje in zijn eigen ideologische, rechts-conservatieve wereld op te sluiten. Een nationale wereld die uiteraard voordelig was voor de “powers that be” in het land, de staat, maar ook (regime-steunende) werkgevers en grote bedrijven, grootgrondbezitters, en de andere rijken, die in zo’n dictatuur (met rechteloze arbeiders) makkelijker mensen konden uitbuiten. Mijn moeder “voelde” dat, vertelde ze. Dat noemen we ook wel “onderdrukking”.

Als “linkse tante” was mijn moeder later voorspelbaar kritisch over de Israëlische bezetting van Palestijns gebied, maar zag dat – zoals ze vaker deed – vooral in termen van rijk tegen arm. Op andere punten (positie van de vrouw met name) was ze echter weer kritisch over aspecten van de Islam, maar dat was ze ook over het katholicisme.

LUYENDIJK

Ik vertel dit allemaal, “where I come from” zeg maar, omdat ik met dit verleden in mijn hoofd, pas een interessant boek heb gelezen, relevant voor dit thema: door voormalig journalist/correspondent in het Midden Oosten (w.o. Israël) Joris Luyendijk. Luyendijk beschreef zijn ervaringen in het Midden Oosten in het goed leesbare boek ‘Het zijn net mensen’, eerst uitgegeven in 2006.

Die ervaringen waren met name van 1998 tot 2003. De titel geeft al een beetje aan dat hij aandacht heeft over perspectief en vooroordelen bij een Westerse (Nederlandse) journalist als hij.

Ik zag de schrijver Joris Luyendijk ook weleens op televisie. Het was iemand die goed en prettig relativerend kon vertellen (vooral over de Arabische wereld), en ook als presentator van VPRO Zomergasten (in 2006 en 2007) dat ik regelmatig keek, vond ik hem veelal ook geslaagd. Aan dit boek ‘Het zijn net mensen’ was ik echter tot voor kort niet toegekomen.

Het Israël-Palestina conflict en andere problemen in het Midden-Oosten spelen anno 2024 uiteraard nog steeds – hoewel recentelijk tijdelijk concurrerend met die rare “covid psychose” tussen 2020 en 2023.

Vanaf met name 2022 mochten andere thema’s weer meer prioriteit krijgen, en daar zaten helaas ook dramatische ontwikkelingen bij. Geografisch werden deels de oude specialiteiten weer hervat (zoals Israël), naast bijvoorbeeld Oekraïne, en de luchtaanval op ziekenhuis in Gaza (door Israël bezet Palestijns gebied) leidde eind 2023 tot veel verontwaardiging.

CORRESPONDENTSCHAP

Luyendijk beschrijft zijn ervaringen van de periode 1998 tot 2003, toen hij de Arabische wereld “coverde” als correspondent, of een deel ervan, voor de Volkskrant en NRC, en de televisie. Zijn standplaatsen waren eerst Caïro in Egypte – waar hij al eerder voor zijn sociaal-wetenschappelijke studie (antropologie) verbleef -, en daarna Beiroet en Oost-Jeruzalem. Hij richtte zich dus eerst op Egypte en de Arabische wereld, later op Israël, en aan het eind van zijn correspondentschap op Irak, binnengevallen door de VS.

Als sociale wetenschapper van buiten de journalistiek was Luyendijk verbaasd – veelal onaangenaam verrast – door die journalistiek, i.c. de werkwijzen. De moeilijkheid ervan in Arabische dictaturen, en de afhankelijkheid van gestructureerde, internationale nieuwsfilters en stroomlijning.

Hij legt goed uit in dit boek dat in de Arabische dictaturen met sterke, bijna totalitaire repressie, vrije nieuwsgaring, of gewoon de eerlijke mening van mensen vragen, moeilijk werd gemaakt. Dit noodde bijvoorbeeld tot anoniem maken van geciteerde bronnen, om mensen niet in problemen te brengen met staatsagenten en geheime diensten. Dit maakte achtergrondartikelen ook een uitdaging vol afgeleide informatie, legt Luyendijk boeiend uit. Beeldend beschrijft hij - in meer dan een opzicht -moeizame gesprekken.

Het woord “perspectief” is voor dit boek erg belangrijk, wat al blijkt uit de titel Het Zijn Net Mensen. Zijn ervaringen in Egypte en elders botsten vaak met simplistische stereotypen die in het Westen bestonden over de Arabische wereld (eerst ook bij Luyendijk zelf), vaak overigens gevoed door partijdige – of beperkte – media. Dit betrof niet alleen politiek, maar ook cultuur en het dagelijkse leven.

De Arabische wereld is intern veel gevarieerder dan mensen denken, dat ten eerste. Verder: de aanwezigheid van “humor” onder Arabieren, moppen over anderen uit een bepaalde streek, maar ook zelfspot, ontbraken niet, en evenmin andere speelse flexibiliteit. Dit leek hem te verbazen.

MANIPULATIE

Het heeft deels met cultureel onbegrip – of vooroordelen - te maken, maar ook met partijdigheid en gestuurde belangen. Propaganda-apparaten die nieuws naar hun eigen voordeel kleuren waren er aan beide kanten, vanuit die dictaturen, maar ook bij “democratische” Westerse media. De ene anti-Amerikaans/-Westers (of –Israël), de ander pro-Amerikaans/-Westers (of –Israël), heel grof samengevat.

Vanuit deze wisselwerking tussen cultureel onbegrip, gebrek aan kennis over de geschiedenis van de regio (en van conflicten), en mediasturing/manipulatie, ontstond dan een beeld in de Westerse media, ook in de Nederlandse en bij het Nederlandse publiek.

Joris Luyendijk beschrijft hoe hij dat beeld, met moeite en beperkingen, probeerde bij te sturen met zijn stukken en bijdragen richten de werkelijke situatie onder Arabieren en in Israël.

Bij de gestuurde, “gelikte”, en geoliede propaganda of PR-machines om de journalistiek te “informeren” – en eigenlijk te binden – van de Israëlische autoriteiten, en later de VS/het Pentagon (bij de inval in Irak), staken schril af de amateuristische pogingen onder Palestijnen, en helemaal de loze, voorspelbare anti-Westerse propaganda van ondemocratische, onderdrukkende Arabische regimes, of nog erger, maar marginaler, anti-Joodse scheldpartijen, "rants", of beschuldigingen, met zowel oude economische als oude religieuze antisemitische ideeën op herhaling, maar nu door Arabieren.

Zelfs als Palestijnen in bezette gebieden toch echt vooral het slachtoffer waren en de onderliggende partij, kwam dat leed vooral op beeldgerichte televisie, PR-technisch slecht over. Het Arabische taboe op openbaar kwetsbaarheid en zwakte tonen (cultureel beperkt tot privé-sfeer), wordt in Europa, sinds ik schat zo in de hippie-tijd en 1970s (en “praatgroepen”, sociale academies) -, minder begrepen in modern Europa, waardoor het beeld van gevoelloze, Joden-hatende fanatici er soms onterecht stand houdt. Dictatoriale trekken bij Palestijnse leiders en de Hamas, bemoeilijken ook de vrije nieuwsgaring en meningsuiting, wat Luyendijk al eerder ook al in Arabische dictaturen, in nog extremere mate, merkte.

Duidelijk een cultureel en contextueel verschil, maar uitgebuit vanwege partijdigheid, en de pro-Israël (en pro-Westen) focus in ook Nederlandse media kon Luyendijk niet ontkennen. Joodse en Israëlische persvoorlichters kenden de Europese cultuur beter, en konden beter inspelen op Westerse karaktertrekken om hun kant van het verhaal te bevoordelen. Serene, rustige begrafenissen en rouwprocessen – met beperkte hysterie. Wat meer genuanceerde, of althans schijnbaar redelijk geuite, verontwaardiging of bezwaren, van toch ook Europeser lijkende Joden, leidde makkelijker tot identificatie bij Europeanen.

Luyendijk leerde hierover – de meerdere “filters” - tussen het echte nieuws en gekleurde perspectieven en belangen - gaandeweg steeds beter, en daarvan doet dit boek boeiend verslag, alsmede over zijn toegenomen begrip over wat leven onder zo’n dictatuur en bezetting in de praktijk nu echt inhoudt, ook voor gewone Arabieren. Veel angst en omkoping in dictaturen, onder andere. Veel onduidelijkheid en verwarring ook, en ook zelfbeperking. Die zelfbeperking volgend op angst leidt ook psychologisch tot allerlei neurosen of stoornissen als ontkenning of vluchtgedrag, en negatief afreageren op anderen, projectie, etcetera.

Dat kun je zo kil medicaliseren en pathologiseren. Mooier is het - en dat doet Luyendijk toch ook in het boek -, om dat gewoon als een al te menselijke reactie te zien op onrecht, onderdrukking, terreur, of oorlog. Mogelijk vanuit een andere cultuur die we niet meteen begrijpen, een armoediger samenleving, en een andere, complexe geschiedenis, die soms moeilijk uit te leggen is… maar van mensen als jij en ik.. Zonder bij voorbaat een kant te kiezen.

AFGESTOMPT

Luyendijk gaf aan dat hij deze correspondentenperiode afsloot omdat hij merkte “afgestompt” te raken te midden van gevolgen van oorlog, bezetting, conflicten en terreur.

Inderdaad een van de uitdagingen in het leven van ieder persoon: niet afgestompt raken. Niet de nieuwsgierigheid en empathie verliezen, meestal gepaard gaand met een grauwer gebruik van zintuigen, en een uitgeschakeld gevoel. Die afstomping voorkom je denk ik door je bezig te houden met positieve en mooie dingen, wat moeilijker wordt, immers, omgeven door negatieve en lelijke dingen als oorlog, geweld, gebrek, haat, en terreurdreiging.

Luyendijk was dat wijselijk redelijk voor, en kon zich blijkbaar de luxe van stoppen met zijn baan veroorloven, in die positie, en ook als iemand met “7 vinkjes” voor maatschappelijk succes, zoals hijzelf in een later boek schreef (Zeven Vinkjes). Die 7 vinkjes zijnde, wit, autochtoon, man, hetero, hoog opgeleid met hoog-opgeleide ouders, en nog wat meer (Randstad, ABN-sprekend).. geprivilegieerd dus. Wat ikzelf wel als goede graadmeter van privilege in een samenleving zie is of je zelf “wilt” stoppen met ergens te werken, of dat je ergens “moet” stoppen met werken. Onmacht dus. Verwant hieraan definieerde James Brown “soul” (zowel een muziekgenre, als kwaliteit in alle zwarte muziek) als the word “can’t”..

Luyendijk wilde en kon makkelijk weg vanuit dat 7 vinkjes-privilege, denkelijk voor iets beters elders (later schreef hij over de financiële wereld in het “wall street” van Europa: de London City), maar het leek mij een begrijpelijke keuze, zoals hij vertelt over de gewenning die afstomping werd, en die nooit goed is..

REFLECTIE

Luyendijk maakte de manipulatie van nieuws en “filters” ervoor duidelijk, ook in praktische zin, alsmede de belangen die er speelden. Mijn inschatting is dat het (het verhulde eigenbelang en de verhulde propaganda) sindsdien niet verbeterd of zelfs alleen maar erger is geworden in het zelfverklaarde vrije Westen, zoals de recente covid-hype liet zien, mede door toenemende machtsconcentratie in de media, en voortdurende ongelijke economische en militaire macht .

De vraag drong zich na het lezen van dit boek aan mij op, daar ik mij zelf eerder in de stuk als “nooit erg vatbaar” beschreef.. Ik denk althans van mijzelf dat ik een goede intuïtie voor leugenachtigheid heb, ook qua propaganda of nieuws. Mogelijk borstklopperij of mijn eigen ego strelend, en herinner ik mij opzettelijk vooral die keren dat mijn intuïtie bevestigd werd.

De kritische geluiden tegen de Israëlische onderdrukking van Palestijnen kende ik van Linkse kringen, soms ook in mijn nabije omgeving, maar ook de angst voor Islamitisch terreur. Misschien bevat een wat abstracte, maar simpele “rijk tegen arm” verklaring – zoals mijn moeder die gaf – meer wijsheid dan ik dacht. Luyendijk beschreef hoe veel geld hebben (Israël, VS, Europa) ook uitgebreide, professionele mediamanipulatie veel beter faciliteert, inclusief toegang.

De arm-rijk verklaring lijkt wat “klassenstrijd/Marxistisch”-achtig maar relativeert daarom juist het culturele ongemak dat de Arabische cultuur en de Islam soms oproepen, zoals de macho waarden, de positie van de vrouw, hysterie (je kunt ook vriendelijker zeggen: warmbloediger of temperamentvoller), en agressie en geweld. Deels ook bij mij, geef ik toe. Ik probeer dat te relativeren middels economische en vooral onderwijsverschillen, maar ook psychologische kennis die ik mettertijd opdeed.

Agressief pratende mensen die “stoer” doen, schelden, en gewelddadige bedreigingen uiten – of zelfs alleen maar druk/”hysterisch” zijn, doen inderdaad “stoer”, maar zijn ook vaak “in paniek”, “wanhopig”, en gepijnigd door trauma’s door onderdrukking en geweld, die zo overschreeuwd worden. Ze zitten “vast”. Dat kan, in ieder geval. Iemand zich zo “intimiderend” gedragend kan uiteraard even goed vol met haat en rancune zitten, zonder goede reden, maar uit onzekerheid of negatieve bewijsdrang zo zijn, als een soort gangster of crimineel. Een blik in de ogen en waarneming van houding is veelal genoeg, om te merken of iemand, zoals ik in een Reggae-liedje (Nah Tarry Ya, van Admiral Tibet) hoorde, is “ you a man of peace, or a man of war (?)..”

Wat ik mede van mijn moeder’s verhalen, levend onder de Franco-dictatuur, begreep was inderdaad het gevoel van “rechteloosheid” dat Luyendijk ook noemt als het gevoel onder een corrupte dictatuur, zoals in Arabische landen: het recht krijgt immers geen beloop, tegen machtige groepen die je benadelen of weg willen hebben. Dictaturen willen mensen rechteloos en ook dom houden, toch geldend als “verzachtende omstandigheden” als mensen hun ongenoegen iets anders uiten dan in open, vrije samenlevingen.

Veel verklikkers en verraders in dictaturen ook, en mijn moeder had het over “enchufes”, als woord voor vriendjespolitiek/nepotisme met belangrijke functies en banen voor regime-getrouwe mensen. Het Spaanse woord “enchufe” is te vertalen als “aansluiting” Of “connectie/plug-in” (voor een functie dus), en vond ik hier wel grappig omdat het een van die Arabische leenwoorden in de Spaanse taal is, namelijk volgens etymologen afgeleid van het Arabische “jawf” (maag). Dit werd dus “enchufe”, werkwoord “enchufar” in het Spaans.

Een van de punten in dit boek van Luyendijk is juist dat dit soort noodzakelijke contextualiseringen in het Westerse nieuws wat minder gegeven wordt bij Arabieren en Palestijnen, dan bij Israeliërs die hun (terechte) zorgen over terreur delen, en helemaal bij Westerlingen, of aan de kant van de VS. In de belangrijkste Westerse media werden het “Hollywood”-achtige militaire VS-perspectief uitgedragen van de militaire invasie van Irak en bijbehorende problemen (nu ook weer mbt Oekraïne). Met soms wat nuances of tegenspraak. Destijds waren de mainstream media in Nederland iets democratischer (meer debatten met tegenstanders) dan later tijdens de coronacrisis. Daar blijkt uit – filosofisch interessant – dat de realiteit complex en veelzijdig is (dictatuur, armoede, oorlog), maar leugens (w.o. media-hype’s) opvallend eenduidig en eenvormig. Veel ooit zogenaamd kritische, dwarse denkers namen immers opeens zinloze injecties/”vaccins”, bleven desgewenst thuis, en deden even zinloze maskertjes op. Even was de leugen sneller, haha.

CONTROLE

Ik definieer “trauma” deels als onvermogen (of weer: onmacht), en “de controle kwijt zijn”, t.o.v. pijn veroorzaakt door machtiger partijen. Dat doet pijn en dehumaniseert. Wat in Nederlandse, nuchtere ogen lijkt op “hysterie” onder bijvoorbeeld Arabieren, lijkt soms echter ook op “zichzelf niet onder controle hebben”. Dat roept ons wantrouwen op, en maakt wat onzeker en bang, vooral bij zich macho gedragende mannen. Zo oppervlakkig is het mediabeeld helaas, en vaak onterecht. Het voorbeeld van mensen als Martin Luther King, en Nelson Mandela laten daarentegen zien dat jezelf “toch onder controle houden” (al wordt je leven en alles wat je hebt bedreigd en onderdrukt) waardig en wijs is, en inspirerend blijft, naast ook “mediageniek” genoeg. Ook Malcolm X, iets strijdbaarder en moslim, kon in talkshows beheerst en intelligent debatten voeren met blanken en tegenstanders, zonder ongenuanceerde of onbewezen “onzin te praten” of loze, generaliserende beledigingen. Dat kwam bij weldenkende, niet vooringenomen mensen goed over.

Mogelijk zijn iets meer “vrouwelijke” waarden van zorg, communicatie,en gelijkwaardigheid - die meer een balans vonden met mannelijke in de Afrikaanse en Afro-Amerikaanse culturen -, hier nuttig voor Arabieren. Daarnaast vereist dat ook een open debat in een open, democratische samenleving waarin veel Arabieren, en zeker niet Iraqi’s onder Saddam Hussein’s onvrije dictatuur, simpelweg niet leefden.

Helaas bijt de pro-mannelijkheid focus van de Koran en Islam (naar huidige maatstaven) zich hier in de staart bij Islamitisch protest tegen het Westen.. die vrouwonvriendelijkheid is er ook ook in de Bijbel (vrouwen krijgen zelfs onterecht de schuld van dingen), maar die is gerelativeerd in het latere, vrijere Christendom. De Jamaicaanse Rastafari-aanhanger en dichter Mutabaruka stelde ooit dat die “heilige boeken” als de Koran en Bijbel geschreven zijn door “onzekere mannen”, die vrouwen op hun plaats wilden zetten (naast andere dingen), reden waarom hij er wat afstand van nam in zijn interpretatie van Rastafari.

Evenwel, alleen als je je in welvaart en in vrijheid als individu kunt ontwikkelen, heb je nog de “luxe”, of beter: ruimte, voor een vrije, aangepaste interpretatie van wat anderen “heilig” noemen. Normen en waarden, vrij leven. Zo is dat in het Westen gebeurd sinds de 1960s met het Christendom. Democratie speelde daarbij een rol, vrij onderwijs, emancipatie richting individuele vrijheid, vrouwenemancipatie, maar toch ook welvaart: niet alleen maar hoeven te overleven en strijden, maar ook gewoon leven, leren, en liefhebben. Had mijn moeder met haar (weer gewoon) “rijk tegen arm” over het Palestina-conflict toch in de kern gelijk..

De Arabische dictaturen die Luyendijk in dit boek beschrijft – met censuur en controle, en andere onderdrukkende omstandigheden en politiestaten, zoals de bezetting van Palestijns gebied, of overheersend oorlogsgeweld van de VS tegen Irak, bemoeilijken die “zelfcontrole” of “zelfverbetering voor het grotere goed” bij individuele leiders, zichzelf verbonden hebbend aan corrupte macht. Dat geldt echter ook voor die mediamanipulatie door autoritaire of belanghebbende partijen (aan beide zijden, maar zeker ook de Westerse), waardoor andere kanten van het verhaal, zelfs als er charismatische, inspirerende en overtuigende woordvoerders van zijn, gewoon minder toegang of kans krijgen.. Een treffende illustratie van hoe vrijheid en gelijkheid gerelateerd zijn.

Ik kon me altijd voorstellen dat Joden een eigen, onafhankelijk land wilden, en dat kan ik me nog, vanuit de geschiedenis. Van mij mag het, en het is niet eens onzin. Ik ben een voorstander van gezond, open nationalisme, verbonden aan cultuur/geloof, van ieder volk, dat geen andere volkeren lastig - of binnen - valt. Leuk voor de variatie ook: er bestaan immers al meerdere “Arabische” landen, dus een Joodse mag er ook bij. Dat is de “wat” kant. Verder zitten er alleen meerdere kanten aan het verhaal - met name de “hoe” kant - die het voor mij soms moeilijker maken een kant te kiezen, vooral als het nieuws onbetrouwbaar is.. Dit laatste bleek uit dit goed leesbare en leerzame boek Het Zijn Net Mensen (2006) van Joris Luyendijk.

Toegegeven, we zitten nu een tijd verder in een tijd van Internet en meer alternatieve media. De menselijke neiging om alles in het eigen voordeel en eigenbelang te manipuleren moet echter niet onderschat worden - ook niet in die alternatieve media -, vaak door middel van een quasi-beredeneerde ideologie of religie. De drammerige poging tot "verrechtsing" van het op zich legitieme coronaverzet - even kritische mensen uit de progressieve hoek (met soms meer systeemkritiek) als George Van Houts of Ewald Engelen negerend - is daar een recent voorbeeld van.

Alles neutraal van alle kanten bekijkend - en gewoon toegeven als we iets niet weten - lijkt mij dan het wijste, en dat zegt eigenlijk ook Joris Luyendijk in dit boek.. Aan de andere kant wist ik dat al een tijdje..